3HV - Meningen en Argumenten
1 / 25
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Leg uit:
Wat is het verschil tussen een mening en een argument
Wat is het verschil tussen een mening en een argument
Slide 2 - Question ouverte
Een argument heb je nodig om een feit te onderbouwen...
Ja
Nee
Slide 3 - Sondage
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Diapositive
Kijk naar de zin en kies het juiste antwoord:
Nederlands is het leukste vak op school.
Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 7 - Quiz
Kijk naar de zin en kies het juiste antwoord:
Willem-Alexander is de koning van Nederland.
Willem-Alexander is de koning van Nederland.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 8 - Quiz
Staat hier een feit, mening of argument?
Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.
Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Argument
Mening
Ik vind het belangrijk om zo min mogelijk vlees te eten.
Omdat ik het idee heb dat veeteelt slecht is voor het milieu.
Slide 11 - Question de remorquage
Argument
Mening
Je kunt maar beter een paracetamol nemen.
Je bent verkouden.
Slide 12 - Question de remorquage
Argument
Mening
Het regent.
Het is verstandig om je regenjas mee te nemen.
Slide 13 - Question de remorquage
Argument
Mening
Want morgen krijg je een toets.
Je moet goed leren vanmiddag.
Slide 14 - Question de remorquage
Argument
Mening
Het is daarom een slecht idee om immigranten vijandig te behandelen.
Integratie van nieuwe bevolkingsgroepen werkt beter als zij met open armen ontvangen worden.
Slide 15 - Question de remorquage
Argument
Mening
De concerten van Ed sheeran zijn namelijk altijd snel uitverkocht.
Je moet snel die tickets kopen.
Slide 16 - Question de remorquage
Argument
Mening
Dus bij een blokuur zou iedereen tussendoor even een rondje door het lokaal moeten lopen.
Stilzitten is erg ongezond.
Slide 17 - Question de remorquage
Popartiesten verdienen per definitie veel geld.
A
Controleerbaar
B
Niet-controleerbaar
Slide 18 - Quiz
Geluk leidt tot succes en niet andersom.
A
Controleerbaar
B
Niet-controleerbaar
Slide 19 - Quiz
Een banaan bestaat per 100 gram uit 18,2 gram suikers.
A
Controleerbaar
B
Niet-controleerbaar
Slide 20 - Quiz
Matthijs snapt de som niet.
A
Controleerbaar
B
Niet-controleerbaar
Slide 21 - Quiz
Nadia's moeder mediteert en Nadia vindt dat maar zweverig.
A
Controleerbaar
B
Niet-controleerbaar
Slide 22 - Quiz
Oefening baart kunst.
A
Controleerbaar
B
Niet-controleerbaar
Slide 23 - Quiz
Wel 78 procent van de bevolking vindt dat Zwarte Piet een belangrijk onderdeel is van de Nederlandse cultuur.
A
Controleerbaar
B
Niet-controleerbaar
Slide 24 - Quiz
Toen het eerste testament van de Bijbel werd geschreven, dacht men anders over de rol van de vrouw dan nu.
A
Controleerbaar
B
Niet-controleerbaar
