Vitale functies VZ BBL 1e lj

Vitale functies
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Vitale functies

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vitale functies

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de vitale 
functies..?
- Hersenfunctie
- Ademhaling
- Bloedsomloop

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt er verstaan onder ademfrequentie?
A
het ritme van de ademhalingen
B
aantal ademhalingen per minuut
C
de diepte en gelijkmatigheid van de ademhalingen

Slide 4 - Quiz

een normale ademhalingsfrequentie ligt tussen de 12-20 ademhalingen per minuut. Bij kinderen ligt dat hoger. 
Bron: ErasmusMC, unit intensieve acute zorg. Sept. 2014

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt er verstaan onder Ademhalingsritme
A
snelle of langzame AH, lange pauzes, korte pauzes
B
oppervlakkige of diepe ademteugen

Slide 6 - Quiz

ritme: het ritme van de ademhalingen of bijvoorbeeld het ademhalen met pauzes

Diepte en gelijkmatigheid: zegt iets over de hoeveelheid lucht per inademing
welke adembewegingen zie je bij iemand die benauwd is
A
borst- en buikademhaling
B
piepen, reutelen, rochelen
C
schouders en nek, neusvleugels, intrekkingen

Slide 7 - Quiz

- De ademhaling wordt beïnvloed door de vraag van het lichaam naar zuurstof en de hoeveelheid koolstofdioxide in het bloed.
- Twee typen ademhaling: buikademhaling en borstademhaling
- Bij het beoordelen van de ademhaling wordt op de volgende punten gelet: ademhalingsfrequentie per minuut, regelmaat, diepte, bijgeluiden (rochelen, piepen, snurken), kenmerken van kortademigheid. 

Slide 8 - Vidéo

beanuawd kind, 20 sec. 
https://youtu.be/6QbaDiOcs5w

Wat is de normaalwaarde van de saturatie?
A
>92%
B
>95%
C
>98%
D
100%

Slide 9 - Quiz

Saturatie: hoeveelheid zuurstof die in de weefsels wordt opgenomen, normaalwaarde is >98%
Opdracht Ademhaling
Zoek op wat onderstaande begrippen betekenen en wat de mogelijke oorzaken kunnen zijn:
- Apneu
- Tachypneu
- Hyperventilatie
- Cheyne-stokes ademhaling
- Kussmaul ademhaling
https://padlet.com/spastoors1/iayc5nr6bq4dgx3r

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht Ademhaling
timer
15:00

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartslag
Beoordelingscriteria bij de hartslag:
- Frequentie; het aantal HA per min
- Ritme; regulair of irregulair
- Vulling; is de vulling per hartslag (veel of weinig)
- Gelijkmatigheid; van de vulling van de hartslag
Het hart vormt samen met de bloedvaten het circulatiesysteem. Bij iedere samentrekking van de linker hartkamer wordt bloed in de aorta (= lichaamsslagader) gepompt. Hierdoor zetten de wanden van de slagaders (arteriën) telkens even uit en nemen daarna hun oorspronkelijke vorm weer aan.
Dit wordt pulsatie genoemd. De pulsatie is het best voelbaar op plaatsen waar slagaders vlak onder de huid lopen boven een benige onderlaag. 






Beoordelingscriteria bij de hartslag:
- Frequentie; het aantal HA per min
- Ritme; regulair of irregulair
- Vulling; is de vulling per hartslag (veel of weinig)
- Gelijkmatigheid; van de vulling van de hartslag

- Het hart vormt samen met de bloedvaten het circulatiesysteem. Bij iedere samentrekking van de linker hartkamer wordt bloed in de aorta (= lichaamsslagader) gepompt. Hierdoor zetten de wanden van de slagaders (arteriën) telkens even uit en nemen daarna hun oorspronkelijke vorm weer aan.

- Dit wordt pulsatie genoemd. De pulsatie is het best voelbaar op plaatsen waar slagaders vlak onder de huid lopen boven een benige onderlaag. 
Hartslag

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bloedsomloop en het hart
- Het hart is een pomp die 4 tot 5 liter bloed per minuut rondpompt. Het bloed bevat zuurstof en voedingsstoffen voor alle spieren en organen.


- Het hart is ongeveer zo groot als een gebalde vuist en groeit met je lichaam mee. Het hart bestaat uit 4 holle ruimtes:
  • linkerboezem: hier stroomt zuurstofrijk bloed uit de longen binnen
  • linkerkamer: pompt het zuurstofrijke bloed het hele lichaam rond
  • rechterboezem: hier stroomt zuurstofarm bloed uit het lichaam binnen
  • rechterkamer: pompt het zuurstofarme bloed naar de longen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 
Bekijk op de site beide filmpjes

https://www.hartstichting.nl/hart-en-vaatziekten/bouw-en-werking-hart 
  1. Filmpje van de werking van het hart.
  2. Filmpje over de bloedsomloop en bloedvaten


timer
7:30

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloeddruk
- Het hart pompt het bloed rond in je lichaam via je slagaders. De druk die dit uitvoert op de bloedvaten wordt 'bloeddruk' genoemd

- Je bloeddruk bestaat altijd uit 2 waarden: een onderdruk en een bovendruk.
  • Bovendruk = Systolische bloeddruk is de druk op de bloedvaten als het hart samentrekt 
  • Onderdruk = Diastolische bloeddruk is de druk op de bloedvaten als het hart zich ontspant.






Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Systolische bloeddruk (bovendruk) is.....
A
de druk op de bloedvaten als het hart samentrekt
B
de druk op de bloedvaten als het hart zich ontspant

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hypotensie
- Een lage bloeddruk (hypotensie) is een bloeddruk waarbij klachten optreden zoals duizeligheid, flauwvallen of een licht gevoel in het hoofd.
- Dit kan voor iedereen bij een andere waarde het geval zijn.
- Bij orthostatische hypotensie daalt de bloeddruk bij (te snel) opstaan waardoor klachten ontstaan.

Slide 18 - Diapositive

Vagale hypotensie: bijv bij heel nodig plassen
Hypertensie
-Bij een hoge bloeddruk (hypertensie) is meestal zowel de onder- als de bovendruk verhoogd.
-Het komt ook voor dat alleen de bovendruk is verhoogd. Alleen een verhoogde onderdruk komt niet vaak voor.
-De bovendruk is de belangrijkste factor bij de bepaling van het risico op een hart- of vaatziekte.
-De bloeddruk is te hoog als:
  • de gemiddelde bovendruk (systole) hoger of gelijk is aan 140 mmHg en/of
  • de onderdruk (diastole) hoger of gelijk is aan 90 mmHg

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jan heeft een temp van 37.8C, waar spreken we van......
A
normale lichaamstemperatuur
B
Verhoging
C
Koorts
D
Hypothermie

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Temperatuur
-De normale lichaamstemperatuur is bij de meeste mensen tussen de 36,5C en 37,5C, met als gemiddelde 37C.
-Verhoging; temperatuur tussen de 37,5C en 38,0C
-Koorts;
  • 38,0C tot 38,5C =lichte koorts
  • tot 39,0C = matige koorts,
  • tot 39,5C = hoge koorts
  • 40C of hoger = hevige koorts.
-Koortspieken van 41C en 42C komen ook voor, bij koortspieken van 43C is de situatie levensbedreigend.


-Hypothermie = 35 °C of lager.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaardigheid bloeddruk meten
- Bloeddruk meten
- Gaan we vast oefenen. Het horen en het voelen 
vraagt oefening

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen..?

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions