Les 27 | Grammatica (ng)
1 / 27
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Een uitdrukking
A
is een wijsheid of opvatting die geformuleerd is in een hele zin (in de tegenwoordige tijd) die je niet kunt aanpassen
B
is een woordcombinatie met een vaste betekenis. Je kunt een uitdrukking een beetje veranderen
Slide 7 - Quiz
Spreekwoorden/gezegden hebben een...
A
letterlijke betekenis
B
figuurlijke betekenis
Slide 8 - Quiz
Wat is een kenmerk van spreekwoorden?
A
De betekenis staat niet in een woordenboek.
B
Er staat altijd een zelfstandig naamwoord in.
C
Het zijn vaste zinnen
die je niet kunt veranderen.
D
Er komt altijd een mens of dier in voor.
Slide 9 - Quiz
Als je een spreekwoord of uitdrukking in het woordenboek opzoekt, kijk je
A
bij de eerste letter van het spreekwoord
B
bij het eerste bijvoeglijke naamwoord van het spreekwoord
C
bij het eerste werkwoord van het spreekwoord
D
bij het eerste zelfstandig naamwoord van het spreekwoord
Slide 10 - Quiz
Wat is een kenmerk van spreekwoorden?
A
De betekenis staat niet in een woordenboek.
B
Er staat altijd een zelfstandig naamwoord in.
C
Het zijn vaste zinnen
die je niet kunt veranderen.
D
Er komt altijd een mens of dier in voor.
Slide 11 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
Opstaan voor dag en dauw.
Opstaan voor dag en dauw.
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 12 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
Daar komt de aap uit de mouw.
Daar komt de aap uit de mouw.
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 13 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
Zo sterk zijn als een leeuw
Zo sterk zijn als een leeuw
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 14 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
Het zijn vogels van enerlei veren.
Het zijn vogels van enerlei veren.
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 15 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
Als hadden geweest is, is hebben te laat.
Als hadden geweest is, is hebben te laat.
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 16 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
Hij groeit op voor galg en rad.
Hij groeit op voor galg en rad.
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 17 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
In de huid kruipen van
In de huid kruipen van
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 18 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
Lachen als een boer met kiespijn
Lachen als een boer met kiespijn
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 19 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
Honger hebben als een paard
Honger hebben als een paard
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 20 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
Gauw aangebrand zijn.
Gauw aangebrand zijn.
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 21 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
Al doende leert men.
Al doende leert men.
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 22 - Quiz
Spreekwoord of uitdrukking?
Door de mand vallen
Door de mand vallen
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 23 - Quiz
Uitdrukking of spreekwoord?
Het is vijf voor twaalf
Het is vijf voor twaalf
A
uitdrukking
B
spreekwoord
Slide 24 - Quiz
Uitdrukking of spreekwoord?
Op eieren lopen
Op eieren lopen
A
uitdrukking
B
spreekwoord
