VWO 1 4.4 Grammatica

Om vast in de kerstsfeer te komen..... :) 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Om vast in de kerstsfeer te komen..... :) 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we behandelen deze les?

  • Meewerkend voorwerp
  • Persoonlijk voornaamwoord
  • Bezittelijk voornaamwoord
  • Telwoord 

Slide 2 - Diapositive

Wat is het meewerkend voorwerp? (mv)

Slide 3 - Question ouverte

Hoe vind je het meewerkend voorwerp? (mv)

Slide 4 - Question ouverte

Zoek het mv.
Mijn zusje gaf mij een cadeau met kerst.
A
Mijn zusje
B
Gaf
C
Mij
D
Geen mv

Slide 5 - Quiz

Zoek het mv
Voor de school stond een grote kerstboom.
A
De school
B
Grote kerstboom
C
Voor
D
Geen mv

Slide 6 - Quiz

Zoek het mv.
Hij liet haar zijn versierde huiskamer zien.
A
Versierde huiskamer
B
Haar
C
Hij
D
Geen mv

Slide 7 - Quiz

Zoek het mv.
De kerstman wordt een koekje aangeboden.
A
De kerstman
B
Een koekje
C
Aangeboden
D
Geen mv

Slide 8 - Quiz

Zoek het mv.
Heb je voor mij ook een cadeautje gekocht?
A
Voor
B
Voor mij
C
Een cadeautje
D
Geen mv

Slide 9 - Quiz

Wat is het verschil tussen persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord? (psv en bzv)

Slide 10 - Question ouverte

Welke woorden zijn persoonlijke voornaamwoorden?
A
Ik, jij, zijn, uw
B
Ik, jouw, hem, ons
C
Ik, mij, jou, jullie
D
Mijn, ik, zij, ze

Slide 11 - Quiz

Welke woorden zijn bezittelijke voornaamwoorden?
A
Mijn, jouw, ik, ons
B
Hun, zijn, onze, uw
C
Mij, uw, hen, wij
D
Wij, zij, jullie, onze

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

Vul in: de psv of bzv.
Is dat rode pakje van ...........?
A
Jou
B
Jouw

Slide 14 - Quiz

Vul in: de psv of bzv.
Hij heeft ... ... cadeautje zien stelen.
A
haar, zijn
B
zij, zijn
C
haar, hem
D
zij, hem

Slide 15 - Quiz

Maak één (kerst) zin met
1 psv en 1 bzv.

Slide 16 - Question ouverte

PAUZE!

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Ennn door!

Slide 19 - Diapositive

Wat weten we al van een telwoord? (tw)

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Maak een (kerst)zin
met 2 telwoorden, (htw, rtw, bhtw, brtw, ohtw, ortw)

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Vidéo