Grammar rules 4gt

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Grammar rules 4gt

Present simple

Present continuous

Past simple 

Past continuous

Present perfect 

1. Present Simple: Wanneer gebruik je de present simple?

1. Voor acties die op dit moment plaatsvinden.
2. Voor gewoontes, feiten en dingen die regelmatig gebeuren.
3. Voor iets dat in het verleden is gebeurd en afgelopen is.

Present Continuous: Wat is de juiste vorm van de present continuous?

1. I am playing football.
2. I am play football.
3. I playing football.

Past Simple: Wanneer gebruik je de past simple?

1. Voor iets dat in het verleden is gebeurd en afgelopen is.
2. Voor een actie die op dit moment bezig is.
3. Voor een actie die in het verleden begonnen is en nu nog steeds belangrijk is.

Past Continuous: Wat is de juiste vorm van de past continuous?

1. He was watches TV.
2. He watching TV.
3. He was watching TV.

Present Perfect: Wat is de juiste uitleg van de present perfect?

1. Je gebruikt het voor gewoontes en feiten.
2. Je gebruikt het voor een actie die eerder is begonnen en nu nog steeds belangrijk is.
3. Je gebruikt het voor een actie die op dit moment bezig is.

Present Simple: She (go) to school every day.

1. Goes
2. go
3. is going

Present Simple: They (play) football on Saturdays

1. play
2. playing
3. plays

Present Continuous: Look! He (run) very fast!

1. runs
2. is running
3. run

Present continuous: We (watch) a movie right now

1. watch
2. watches
3. Are watching

Past simple: Last summer, we (visit) France.

1. visit
2. visited
3. visits

Past simple: She (not see) the movie yesterday

1. Didn’t see
2. Didn’t saw

Past continuous: Yesterday at 8 PM, I (study) for my test.

1. studied
2. was studying

Past continuous: They (not listen) to the teacher while she was talking.

1. Didn’t listen
2. Weren’t listening

Present perfect: I (never be) to Italy before

1. Never was
2. Have never been

Present perfect: She (just finish) her homework.

1. Just finished
2. Has just finished

Welke grammaticale regel vond je het makkelijkst en welke het moeilijkst? Waarom?

Hoe heb je deze les ervaren? Wat vond je goed werken en wat zou je anders willen?