Schrijven les dt/t

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

De les van vandaag...

Lesdoelen:

Ik ken het trucje om te weten of ik d/dt/t schrijf 

Ik kan dit al toepassen

Wat is juist?

Hij heeft het beloofd

Hij heeft het belooft

Hij heeft het beloofdt

Wat is juist

Hij beloofd het te doen

Hij belooft het te doen

Hij beloofdt het te doen

Wat is juist?

Vind hij het goed?

Vindt hij het goed?

Vint hij het goed?

Slim trucje....

Vervang het werkwoord in de zin voor het woord: helpen

Hij beloof..... dat hij naar school gaat

Hij helpt dat hij naar school gaat

Wat hoor je?

Dus als je de t in "helpt" hoort...

Dan schrijf je een t! 

Eerst de stam: beloof

Dan de t. = belooft

Probeer het maar eens: Hij (vinden) het allemaal prima

Hij (vinden)... het allemaal prima?

Hij HELPT het allemaal prima

Je hoort de t! 

Dus:

vind = de stam van het werkwoord

De -t erbij van helpt: vind+t

Hij vindt het allemaal prima

Nog een paar... (gebruik helpen)

Ik (vinden) het allemaal prima

Hij (branden) zijn vingers aan de lamp

(redden) jij ons van deze vreselijke les?

Ik (bevinden) mij op een prima plek in huis

Dus...

Ik vind het allemaal prima

Hij brandt zijn vingers aan de lamp

Red jij ons van deze vreselijke les?

Ik bevind mij op een prima plek in huis

En met voltooiend deelwoord?

Ook dan kun je er helpen van maken want dan hoor je automatisch:

GEHOLPEN.

>Hij heeft het aan mij beloof...

> Hij heeft het aan mij helpt? Nee dat klinkt gek! 

>Hij heeft het aan mij geholpen. Klinkt ook gek maar logischer.

Dat betekent:

Als je GEHOLPEN hoort...

is het een voltooid deelwoord.

Hij heeft het mij beloof...  (hij heeft het mij geholpen)

IK HEB DE BUS GEMIS...?  

Maar wat doe je dan?
Je VERLENGT het werkwoord: 
zeg je > beloofde.... of beloofte...?  BeloofDe. Dus een D! 

Hij heeft het mij beloofd.

Samenvatting:

1. Vervang het werkwoord in de zin door HELPEN. 

2. Als je hoort: help zonder t - dan alleen stam: Ik vind het leuk.  

3. Als je hoort helpt dan stam + t. : Hij vindt het leuk.   (PV)

4. Als je hoort "geholpen", dan het werkwoord verlengen.  (VD)

Hij heeft het mij vertel   vertelde...  vertelte?

Hij heeft het mij geholpen > verlengen dus vertelDe = verteld.

Nog een paar voorbeelden

  

Gemist

Het vliegtuig is (landen). 

Het vliegtuig is GEHOLPEN. geland..... verlengen.... gelande (niet gelante). Dus een D> Het vliegtuig is GELAND.

Wat is juist?

Hij heeft het beloofd

Hij heeft het belooft

Hij heeft het beloofdt

Wat is juist

Hij beloofd het te doen

Hij belooft het te doen

Hij beloofdt het te doen

Wat is juist?

Vind hij het goed?

Vindt hij het goed?

Vint hij het goed?

Oefenen oefenen oefenen 

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-werkwoordspelling-4/

Maak oefening 3.  

https: