Nederlands P-module 3F les 3

vandaag
contaminatie
pleonasme
rammelaar bespreken
acroniemen
woordenschat
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

vandaag
contaminatie
pleonasme
rammelaar bespreken
acroniemen
woordenschat

Slide 1 - Diapositive

Contaminatie

Slide 2 - Diapositive

Contaminatie
Verhaspeling van twee woorden of uitdrukkingen waardoor een verkeerde nieuwe uitdrukking ontstaat.
voorbeelden: duur kosten (uit duur zijn en veel kosten), optelefoneren (uit telefoneren en opbellen)

Slide 3 - Diapositive

pleonasme

Slide 4 - Diapositive

Pleonasme
Het dubbel uitdrukken van een begrip
voorbij passeren
witte sneeuw
groen gras

Slide 5 - Diapositive

contaminaties in rammelaar3
https://onzetaal.nl/taaladvies/behoren-tot-een-van-de/ een 

contaminatie van andere mogelijkheid + alternatief



Slide 6 - Diapositive

Rammelaar 3 nakijken

Slide 7 - Diapositive

acroniemen

Slide 8 - Diapositive

Acroniem = letterwoord
bijvoorbeeld: VIP

Slide 9 - Carte mentale

Agenten gebruiken het CIPA-model bij het houden van baliegesprekken.

Slide 10 - Question ouverte

LSD
communicatieve vaardigheid bij contact met burger

Slide 11 - Question ouverte

SOFTEN
Methode die je gebruikt bij het benaderen van een burger

Slide 12 - Question ouverte


Agenten gebruiken de term UGL om de hoeveelheid alcohol in de uitgeademde lucht van een bestuurder te meten

Slide 13 - Question ouverte

woordenschat

Slide 14 - Diapositive

Het antecedentenonderzoek van Peter is positief afgerond.
A
Onderzoek naar voorafgaande feiten in iemands leven,
B
Onderzoek naar criminele handelingen van een persoon
C
Onderzoek naar familieleden van een persoon.

Slide 15 - Quiz

Dit bedrijf afficheert zich als marktleider op het gebied van portofoons
A
zich opdringen
B
zich omhoog werken
C
zich presenteren

Slide 16 - Quiz

De twee agenten hielden abusievelijk de verkeerde auto aan.
A
expres
B
zonder het te weten
C
bij vergissing

Slide 17 - Quiz

De snelheidsovertreder appelleerde aan de goedheid van de agent, maar tevergeefs: de agent was de bekeuring al aan het schrijven
A
verwijzen naar
B
een beroep doen op
C
schelden naar

Slide 18 - Quiz

Sinds 1 april 2013 is Nederland ingedeeld in 11 arrondissementen.
A
rechtsgebied van een rechtbank
B
provincies bij decreet
C
gebieden volgens het Wetboek van Strafrecht

Slide 19 - Quiz

Huiswerk volgende week 12 oktober
- spellingtoets en woordenschattoets

Slide 20 - Diapositive