V1 H9 Negatieve getallen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Negatieve getallen

H9

Voorkennis

Tekens

< is kleiner dan

> is groter dan

= is gelijk aan

  is niet gelijk aan 

  is ongeveer gelijk aan

≠

≈

Groter dan  >       
Kleiner dan  <

7 > 6 Lees je als "7 is groter dan 6"

2 < 3 Lees je als "2 is kleiner dan 3"

> betekent dus "is groter dan"
< betekent dus "is kleiner dan"

Ezelsbruggetje: 

De opening van < en > staat altijd aan de kant van het grootste getal.

9.1 Positieve en negatieve getallen

Getallen boven de 0 heten 

positieve getallen (+)

Getallen onder de 0 heten 

negatieve getallen (-)

Het getal 0 is niet positief en 

niet negatief, maar neutraal.

Tegengestelde getallen

Tegengestelde getallen liggen op de getallenlijn even ver van 0. 

Opgeteld zijn deze getallen altijd 0.

Bijvoorbeeld:

De getallen -4 en 4 zijn elkaars tegengestelden, want -4+4=0.

> of < ?

-3 ... -2      

-3 < -2

-3 is kleiner (lees: kouder) dan -2

-4 ....-5

-4 > -5

-4 is groter (lees: warmer) dan -5

dus

pijltje wijst altijd naar 

de kleinste of koudste

Wat zijn negatieve getallen

1. getallen < -1
2. getallen > 0
3. getallen > -1
4. getallen < 0

het tegengestelde getal van 0,5 is

1. -0,5
2. 0,5

Waar of niet waar.

0,01 > -0,01

1. waar
2. niet waar

waar of niet waar

−2​3​​1​​>−2,3

1. waar
2. niet waar

Nog vragen over de theorie?

Heb je nog tips voor een betere les?

huiswerk 

maak van paragraaf 9.1 : opgave 1 t/m 7

Les 2

Huiswerk bespreken.

Korte check.

Uitleg §9.2

Check uitleg.

Werken aan het huiswerk.

Negatieve getallen

In de getallenrij hieronder zit een regelmaat.
Wat zijn de laatste drie getallen?
18; 14; 10; ...; ...; ...

1. 6; 3; 0
2. 6; 2; -4
3. 8; 6; 4
4. 6; 2; -2

Het getal 0 is....

1. postief
2. negatief
3. geen van beiden

1. quotiënt
2. negatiefmin
3. tegengesteld
4. aftrekmin

9.2 Optellen met negatieve getallen

0

wordt de uitkomst groter of kleiner?

1 + - 11 =

-14 + 5 =

6 + 2  = 8

6 + 1   = 7

6 + 0   = 6

6 + - 1 = 5

een rijtje oefenen

-2 + 4 =

-2 + - 11 =

4 + - 13 =

-15 + ...... = 3

2 + ..... = -3

-1,9 + -3,1 =

-55 + ...... = 0

tot slot

Een positief getal erbij geeft een grotere uitkomst

Een negatief getal erbij geeft een kleinere uitkomst

+ -  =  -

Het resultaat zal positief of negatief zijn?
6 - 13 = ...

1. Negatief
2. Positief

5-7=

1. 2
2. -2

Huiswerk

Maak 9.2 : 10 t/m 16

Nog extra uitleg. 

Kom morgen naar de bijles.

bereken:  

van:  

Voer de bewerking uit van de eerste spinner, met de getallen van de tweede spinner. Geef het antwoord (als het nodig is) in een breuk en vereenvoudig zoveel mogelijk

positieve en negatieve getallen delen, vermenigvuldigen, optellen en aftrekken