Carnavalsquiz 22/23

Carnavalsquiz
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Carnavalsquiz

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat betekent het woord carnaval?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel bier
C
Vaarwel vlees
D
Vaarwel

Slide 3 - Quiz

Wanneer werd carnaval voor het eerst gevierd?
A
Gouden eeuw
B
Middeleeuwen
C
prehistorie
D
1950

Slide 4 - Quiz

Waar wordt carnaval in Nederland het meest gevierd?
A
Overal in Nederland.
B
In Eindhoven
C
In het zuiden van Nederland.
D
In Den Bosch

Slide 5 - Quiz

Wat zijn de drie kleuren van carnaval op volgorde?
A
geel, groen en rood
B
rood, geel en groen
C
rood, groen en geel
D
groen, geel en rood

Slide 6 - Quiz

Fabrizio
Vieze Jack
Snollebollekes

Slide 7 - Question de remorquage

Hoort bij Carnaval
Hoort niet bij Carnaval
Alaaf
Polonaise
Boom
Cadeautjes
Masker
Paasei

Slide 8 - Question de remorquage

Op welke dag is carnaval afgelopen?
A
zondag
B
dinsdag
C
maandag
D
woensdag

Slide 9 - Quiz

Joost drinkt 12 halve liters bier
Hoeveel liter bier heeft Joost gehad?
A
12
B
8
C
12,5
D
6

Slide 10 - Quiz

In welke taal (behalve NL) worden de meeste carnavalsliedjes gezongen?
A
Engels
B
Frans
C
Duits
D
Belgies

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Wat zingen ze in het refrein?
'Sie hatte...
A
ze heeft geen schoenen meer aan
B
ze heeft nu schoenen aan
C
ze heeft geen schoenen
D
ze heeft alleen nog schoenen aan

Slide 13 - Quiz

Wie is de baas tijdens carnaval?
A
raad van elf
B
alle kinderen
C
Prins Carnaval
D
Prinses Carnaval

Slide 14 - Quiz

Hoe groet je iemand tijdens carnaval?
A
Hello, hello
B
Goedendag
C
Alaaf!
D
hihahahi

Slide 15 - Quiz

Waar vier jij (normaal)altijd carnaval?
A
Dorp
B
Stad
C
Buiten
D
Thuis

Slide 16 - Quiz

Wat zijn carnavalkrakers?
A
Dan wordt er gekraakt bij carnaval.
B
Liedjes die je heel veel hoort tijdens carnaval.
C
Dan hoor je je botten kraken als je danst.

Slide 17 - Quiz

Hoe noem je de woensdag na carnaval
A
Kruisjeswoensdag
B
Haringhapwoensdag
C
Aswoensdag
D
Waswoensdag

Slide 18 - Quiz

Wat doe je na carnaval?
A
Naar de kerk gaan
B
Bidden
C
Vasten

Slide 19 - Quiz

Met welk feest wordt de vastenperiode afgesloten?
A
Pasen
B
Hemelvaart
C
Pinksteren
D
Kerst

Slide 20 - Quiz

Roosendaal
Oudenbosch
Tullepetaonestad
Puitenol
Oeteldonk
Kielegat

Slide 21 - Question de remorquage

Slide 22 - Vidéo

Waarom vieren de Brazillianen carnaval?
A
Dit moet van hun geloof.
B
Om de Indianen te eren.
C
Om te vieren dat de slavernij is afgeschaft.
D
Om het begin van de lente te vieren.

Slide 23 - Quiz

Hoe lang vieren ze carnaval in Brazilië?
A
6 dagen
B
2 weken
C
1 week
D
meer dan 1 week

Slide 24 - Quiz

In welk werelddeel ligt Brazilië?
A
Zuid-Amerika
B
Noord-Amerika
C
Afrika
D
Europa

Slide 25 - Quiz

Hoe noemde men destijds carnaval?
timer
0:45
A
de ommegang
B
vastelavond
C
vastenavond
D
polonaise

Slide 26 - Quiz

Wat is het Carnavals-getal?
A
2
B
11
C
99
D
21

Slide 27 - Quiz

Wat is de achterliggende gedachte van carnaval?
timer
0:45
A
de omgekeerde wereld beleven
B
reden om je te vergrijpen aan een ander
C
jaarlijkse zuippartij
D
laatste keer zondigen voor het vasten

Slide 28 - Quiz

Ik wens jullie allemaal een fijne carnavalsvakantie!

Slide 29 - Diapositive