Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
BS 3 Cellen van planten en dieren
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
- Je kunt de delen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies benoemen.
Slide 2 - Diapositive
Dierlijke cel
Cytoplasma is een stroperige vloeistof van water met veel opgeloste stoffen. In het cytoplasma ligt de celkern.
De celkern regelt alles wat er in een cel gebeurt. Ook om de celkern ligt een dun vlies: het kernmembraan.
Slide 3 - Diapositive
Plantaardige cel (1)
De celwand is tussencelstof en behoort niet tot de cel. Celwanden zorgen voor stevigheid.
Tussen de celwanden van cellen die naast elkaar liggen, komen kleine holten voor: de intercellulaire ruimten. Deze holten zijn gevuld met lucht of water.
Slide 4 - Diapositive
Plantaardige cel (2)
Vacuolen zijn blaasjes gevuld met vocht. Het vacuolevocht bestaat uit water met opgeloste stoffen.
Jonge plantencellen bevatten meerdere vacuolen. Als de cellen ouder worden, vloeien de kleine vacuolen samen tot één grote vacuole.
Slide 5 - Diapositive
Korrels
Verschillende korrels cytoplasma plantencellen:
- Bladgroenkorrels: Fotosynthese
- Kleurstofkorrels:geven een opvallende kleur af
- Zetmeelkorrels: Opslag zetmeel, een reservestof
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Verschil planten- en dierencel?
Slide 8 - Diapositive
Huiswerk maken
Maken opdracht 1-7 van BS 3
Slide 9 - Diapositive
Lesafsluiting
- Je kunt de delen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies benoemen.