Quiz taalwoorden

Quiz taalwoorden
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 5 min

Éléments de cette leçon

Quiz taalwoorden

Slide 1 - Diapositive

De smaragd
A
Een rode edelsteen
B
Een groene edelsteen

Slide 2 - Quiz

De edelsteen
A
Een mooie, kostbare steen die in sieraden wordt gebruikt
B
Een glanzend stuk glas

Slide 3 - Quiz

De robijn
A
Een blauwe edelsteen
B
Een blauwe edelsteen

Slide 4 - Quiz

De omvang
A
De grootte van iets
B
Het gewicht van iets

Slide 5 - Quiz

De inhoud
A
Wat erin zit of hoeveel erin kan
B
De buitenkant van iets

Slide 6 - Quiz

Verblinden
A
Een object glanzend maken
B
Niet meer zien, meestal omdat het licht fel schijnt

Slide 7 - Quiz

Haarfijn
A
Heel precies
B
Erg slordig

Slide 8 - Quiz

Bevestigen
A
Iets losmaken
B
Vastmaken

Slide 9 - Quiz

Overeenkomstig
A
Het is compleet verschillend
B
Het lijkt op elkaar

Slide 10 - Quiz

Plannen
A
Een plan maken
B
Een plan vergeten

Slide 11 - Quiz

Het niet op iemand begrepen hebben
A
Een hekel hebben aan iemand
B
Iemand heel aardig vinden

Slide 12 - Quiz

van iets op de hoogte zijn
A
Je begrijpt het niet
B
Je weet het

Slide 13 - Quiz