Spreekwoorden

Spreekwoorden
1 / 4
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 4 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Spreekwoorden

Slide 1 - Diapositive

Een kind kan de was doen
A
Het is een moeilijke opdracht
B
Het is erg smerig werk
C
Het gaat heel makkelijk
D
Het is iets onschuldigs

Slide 2 - Quiz

Een kinderhand is gauw gevuld
A
Het is iets kleins
B
Geen eigen mening hebben
C
Kinderen kun je voor de gek houden
D
Snel tevreden zijn

Slide 3 - Quiz

Tekst
Tekst
Zotten en kinderen spreken de waarheid
Hij is er kind aan huis.
Hij is het kind van de rekening.
Zondagskind zijn.
Het ondergeschoven kindje zijn.
Kinderen en gekken zijn eerlijk
Hij is er goed bekend
De dupe zijn
Een geluksvogel zijn
Iets/iemand die niet de verdiende aandacht krijgt

Slide 4 - Question de remorquage