6.1 Schaal

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 6 Schaal

De schaal is 1 : 400

Hoe spreek je dit uit?

1. 1 dubbele punt 400
2. 1 2 stipjes 400
3. 1 gedeeld door 400
4. 1 staat tot 400

De schaal is 1:400.
Wat is de vergrotingsfactor?

1. 1
2. 400
3. 0,4
4. 4000

Wat betekent de schaal 1 : 50.000

1. 1cm is in werkelijkheid 50.000 cm
2. 1cm is in werkelijkheid 50.000 meter
3. 1 cm is in werkelijkheid 500 cm
4. 1m is in werkelijkheid 50.000 cm

In Madurodam staat een schaalmodel van de Euromast op schaal 1 : 25.
Wat staat er boven de pijl in de pijlenketting?

1. 25
2. 30
3. 2,5
4. ik weet het niet

De schaal is 1:400. Wat is de vergrotingsfactor?

1. 1
2. 400
3. 0,4
4. 4000

Als de schaal 1: 8000 is dan is de vergrotingsfactor 8000

1. nee
2. ja

Als een schaal 1: 7000 is betekent het dat de vergrotingsfactor 7000x zo groot is.

1. niet waar
2. waar

Schaal 1:100 betekent...

1. 1 cm op tekening is in het echt 100 cm.
2. 100 cm op de tekening is in het echt 1 cm.

Het wordt 5 keer groter in werkelijkheid. Wat is de schaal?

1. 1:5
2. 5:1
3. x5
4. 5x100

De schaal is 1:500.
Wat is de vergrotingsfactor?

1. 500
2. 0,05
3. 250
4. 50

Hoe groot is de auto in werkelijkheid?
De schaal is 1:10

1. 440 cm
2. 44 cm
3. 440 m
4. 44 m