Aantrekkelijke en duidelijke woordenschat gebruiken
1 / 14
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat het verschil is tussen
de volgende twee zinnen?
Lucas is mooi.
Lucas is knap.
de volgende twee zinnen?
Lucas is mooi.
Lucas is knap.
Slide 2 - Carte mentale
Vragen aan de leerlingen wat het verschil is tussen de twee zinnen...
Hun antwoorden verschijnen aan bord.
Aan de hand van hun antwoorden uitleggen dat mooi en knap hetzelfde betekenen en deze dus synoniemen zijn
Waarom gebruiken we synoniemen?
Slide 3 - Question ouverte
- Herhaling valt weg
- Je kan een tekst aantrekkelijker maken
Slide 4 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
groot
amusant
intelligent
fit
enorm
leuk
slim
gezond
Slide 5 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is het juiste synoniem voor
DAPPER?
DAPPER?
A
Groot
B
Vlug
C
Moedig
D
Slim
Slide 6 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is een synoniem voor 'ZOEKEN'?
A
Speuren
B
Jagen
C
Vinden
D
Aantreffen
Slide 7 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Sleep de synoniemen naar elkaar.
ochtend
slapheid
bleek
explosie
schande
ontploffing
blank
schandaal
zwakte
voormiddag
Slide 8 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is het synoniem voor 'wijk'?
A
Plaats
B
Buurt
C
Gemeentegrond
Slide 9 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is het synoniem voor 'sip'?
A
Knorrig
B
Moe
C
Teleurgesteld
Slide 10 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is een synoniem voor 'weghalen'?
A
Kwijt
B
Verwijderen
C
Keuze
Slide 11 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Sleep de synoniemen naar elkaar.
cipier
chantage
expositie
boos
gevangenis
tentoonstelling
gevangenbewaarder
bajes
afpersing
kwaad
Slide 12 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 13 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Schrijf een tekst!
timer
5:00
Slide 14 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
