Interviewverslag

Interviewverslag

Vorige les

Introductie periode 3

Oefenen leestekst/vragen in Brisk (AI)

Deze les

Voorbereiding op opdracht interviewverslag

Lesdoel

-> Na deze les weet je wat er van je verwacht wordt bij het schrijven van een interviewverslag.

-> Heb je duidelijk hoe en wanneer je deze opdracht gaat aanpakken.

npo.nl

De opdracht

- Afnemen interview

- Verwerken tot een samenvattend interviewverslag van ongeveer 350 woorden. 

- Het onderwerp is ‘school en vrije tijd in het verleden’. 

- Je neemt het interview af bij een volwassene. 

Wat is een interview?

1. Interview (vraaggesprek):
   
2. Een gestructureerd gesprek waarin de ene persoon vragen stelt om informatie te verkrijgen van de andere persoon.

Een voorbeeld van een gesloten vraag is: “Vind jij katten leuke dieren?”
In de journalistiek kom je vaak open vragen tegen, zoals: “Waarom vindt u dat mensen op de SP moeten stemmen?”

Soorten vragen

Er zijn twee soorten vragen: gesloten en open vragen.

1. Gesloten vragen kun je beantwoorden met een kort antwoord, zoals 'ja' of 'nee'.
2. Open vragen geven vaak een langer antwoord en werken daarom goed om een gesprek op gang te brengen.
   

Een voorbeeld van een gesloten vraag is: “Vind jij katten leuke dieren?”
In de journalistiek kom je vaak open vragen tegen, zoals: “Waarom vindt u dat mensen op de SP moeten stemmen?”

Open maken

Je kunt van gesloten vragen ook open vragen maken, kijk maar:

Gesloten vraag: 
Gaat het goed met u?

Open vraag:
Hoe gaat het met u?

Doorvragen

• Na een antwoord kun je even nadenken en doorvragen.
• Dat betekent dat je met een nieuwe vraag ingaat op het antwoord van de geïnterviewde.
• Je vraagt door wanneer je het gevoel hebt dat de geïnterviewde nog niet voldoende antwoord heeft gegeven.
  

antwoord heeft gegeven.

Bijvoorbeeld:

Interviewer: “Vindt u uw werk als leraar leuk?”
Leraar: “Ja.”
Interviewer: “Wat vindt u er zo leuk aan?”
Leraar: “Ik vind het heel leuk om met kinderen te werken.”
Interviewer: “Wat vindt u daar leuk aan?”
Leraar: “Kinderen hebben zo’n frisse kijk op de wereld, daar word ik vrolijk van. Wij volwassenen zitten soms nog zo vastgeroest in onze eigen denkbeelden. Door te werken met kinderen kom ik daar een beetje los van.”

Vijf w's + 1 H

• Wie?
• Wat?
• Waar?
• Waarom?
• Wanneer?
• Hoe?

Bijvoorbeeld:

Interviewer: “Vindt u uw werk als leraar leuk?”
Leraar: “Ja.”
Interviewer: “Wat vindt u er zo leuk aan?”
Leraar: “Ik vind het heel leuk om met kinderen te werken.”
Interviewer: “Wat vindt u daar leuk aan?”
Leraar: “Kinderen hebben zo’n frisse kijk op de wereld, daar word ik vrolijk van. Wij volwassenen zitten soms nog zo vastgeroest in onze eigen denkbeelden. Door te werken met kinderen kom ik daar een beetje los van.”

Hoe bereid je een interview voor?

• Verdiep je in het onderwerp door er meer over te lezen/kijken.
• Maak voor jezelf een vragenlijst met de belangrijkste vragen.
• Durf ook van je vragenlijstje af te wijken: luister goed naar de geïnterviewde en vraag door wanneer dat nodig is.
• Schrijf in steekwoorden mee of neem het gesprek op met je mobiel (dat is makkelijker bij het maken van je verslag)

Opbouw samenvattend verslag

• Inleiding: voorstellen geïnterviewde, onderwerp vertellen, aandacht trekken
  

• Kern: weergeven antwoorden in eigen woorden (verhalend) + citaten, vergelijking met je eigen ervaringen

• Slot: samenvatten, conclusie, vooruitblik

Aan de slag

- Lees de opdracht aandachtig door (in som-> sw/> 4 april)

- Bedenk wie je gaat interviewen

- Maak een grove planning

- Verdiep je in het onderwerp

Volgende les

Vrijdag: 

Afronden Jeugdkliniek & maken opdrachten