Werkwoorden klas 1 BB

Noteren in je agenda
Donderdag 24 september - 2e uur
Leren:
Werkwoorden: blz. 19, blz. 20
Tegenwoordige en verleden tijd: blz. 61
Persoonsvorm: blz. 62
Tijdproef: blz. 63
Leer de gele kaders
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Noteren in je agenda
Donderdag 24 september - 2e uur
Leren:
Werkwoorden: blz. 19, blz. 20
Tegenwoordige en verleden tijd: blz. 61
Persoonsvorm: blz. 62
Tijdproef: blz. 63
Leer de gele kaders

Slide 1 - Diapositive

Nakijken
blz. 60 - opdr. 9
blz. 61 opdr. 10
blz. 62 opdr 11

Slide 2 - Diapositive

Vorige les
- Werkwoorden geoefend
- Werkwoorden geoefend vt en tt

Slide 3 - Diapositive

Deze les
- Uitleg persoonsvormen
- Ga je de tijdsprof gebruiken om achter de persoonsvorm te komen.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Persoonsvorm
- Elke zin heeft een werkwoord
- Elke zin heeft een persoonsvorm
- De persoonsvorm is uit de vorm van het werkwoord die je in tegenwoordige tijd en verleden tijd kunt schrijven.

Slide 6 - Diapositive

De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.
__________
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 7 - Quiz

Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.
De persoonsvorm is:
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze

Slide 8 - Quiz

'Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.'
De persoonsvorm is:
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze

Slide 9 - Quiz

Kinderen waarschuwden hun ouders.
________________
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 10 - Quiz

De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.
______
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 11 - Quiz

'Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.'
De persoonsvorm is:
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze

Slide 12 - Quiz

Tijdproef

Slide 13 - Diapositive

Leg uit wat de tijdproef is.

Slide 14 - Question ouverte

Tijdproef
- Je gebruikt de tijdproef om de persoonsvorm in een zin te veranderen. 
- Zet je een zin in een andere tijd, dan is het werkwoord wat zich aanpast de persoonsvorm.

Slide 15 - Diapositive

Maken
Blz. 63: opdr. 13
Blz. 63: opdr. 14
timer
15:00

Slide 16 - Diapositive