Didactiek 2.7.

Didactiek 2.7.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Didactiek 2.7.

Slide 1 - Diapositive

Vang de bal
  • Wat betekent basaal rekenbegrip?
  • Wat betekent experimenterend rekenen?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
  • De student kent de 5 invalshoeken die de kinderen voorbereiden op een zelfstandige plek in de wereld (mens en maatschappij, natuur, techniek, tijd, ruimte)
  • De student weet wat actief burgerschap betekent en kan de koppeling maken naar het basisonderwijs
  • De student is zich bewust van zijn eigen gedrag als het gaat om duurzaamheid en kan ideeën aandragen om ook kinderen aan het denken te zetten als het gaat om duurzaamheid 






Paragraaf 3.4.

Slide 4 - Diapositive

Actief burgerschap in
het PO

Slide 5 - Carte mentale

Actief burgerschap in het PO
De overheid vraagt kinderdagverblijf en scholen om kinderen te stimuleren tot actief burgerschap. 



Voorbeelden van activiteiten die aansporen tot actief burgerschap?

Slide 6 - Diapositive

Hoe kinderen voorbereiden op een zelfstandige plek in de wereld
5 invalshoeken:
  • Mens en maatschappij (media)
  • Natuur (bomen planten)
  • Techniek (brug bouwen)
  • Tijd (interview met ouderen)
  • Ruimte (geocaching)

Slide 7 - Diapositive

Opdracht in groepje
  • Beschrijf wat jullie invalshoek betekent. 
  • Beschrijf hoe dit bijdraagt aan actief burgerschap.
  • Bedenk 3 voorbeelden met je groepje hoe je dit invalshoek terug ziet op je stage. 


Pitch daarna met je klas jullie invalshoek!

Slide 8 - Diapositive

Afronding didactiek periode 2
Week 1
paragraaf 1.2.
energizer
Week 2
Paragraaf 1.3.
Didactische werkvormen
Week 3
Paragraaf 1.4.
Lesvoorbereiden
Week 4
Paragraaf 1.5.
Schoolplan
Week 5
Paragraaf 3.1.
Geen eindopdracht
Week 6
Paragraaf 3.3.
Rekenles
Week 7
Paragraaf 3.4.
Geen eindopdracht

Slide 9 - Diapositive

Jong basisschool kinderen kunnen een weektaak maken. Met als doel om tijd te leren indelen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Een adolescent heeft behoefte aan participatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Welke didactische werkvormen bestaan er?
A
Interactievormen
B
Instructievormen
C
Samenwerkingsvormen
D
Opdrachtvormen

Slide 12 - Quiz

Middels welke methode bouw je een les op?
A
planmatigwerken
B
methodisch werken
C
direct instructiemodel
D
vraaggericht onderwijs

Slide 13 - Quiz

Methodisch werken doe je via de PDCA cyclus?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Een schoolplan is een ander woord voor een beleidsplan?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

In kindvolgsysteem kijk je aan het einde van het schooljaar naar een procesevaluatie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Wat houdt de zone van naasten ontwikkeling in?
A
Uitdaging bieden
B
Vrienden leren kennen
C
Extra uitleg geven

Slide 17 - Quiz

Sensitieve responsiviteit is ..
A
emoties herkennen
B
met gevoel op emoties inspelen
C
reageren op kinderen
D
praten over gevoelens

Slide 18 - Quiz

Gecijferdheid is dat ze kunnen tellen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Experimenterend rekenen is..
A
In de klas rekenen
B
buiten de klas rekenen

Slide 20 - Quiz

Welke invalshoek hoort niet bij actief burgerschap in het PO
A
Natuur
B
Geschiedenis
C
Ruimte
D
Techniek

Slide 21 - Quiz