Paragraaf 6

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Terugblik

Wat hebben we allemaal al behandeld?

Belangrijke onderdelen

Inhoud

Inleiding

Middenstuk

Slot

Aangeven waarover de presentatie gaat en kort de deelonderwerpen noemen

Informatie per deelonderwerp

Afronding, herhalen deelonderwerpen, informeren naar vragen 

Instructie geven (paragraaf 6)

Wat doe je met een instructie eigenlijk? Wat voor woorden gebruik je veel? Op welke manier praat je?

Waar let je op?

Vertel waarover je een instructie gaat geven

Waar let je op?

Vertel waarover je een instructie gaat geven

Leg stap voor stap en in een logische volgorde uit

Waar let je op?

Vertel waarover je een instructie gaat geven

Leg stap voor stap en in een logische volgorde uit

Begin elke stap met een doe-woord (loop, pak, schenk, giet) gevolgd door een volgordewoord (eerst, daarna, dan, vervolgens)

Waar let je op?

Vertel waarover je een instructie gaat geven

Leg stap voor stap en in een logische volgorde uit

Begin elke stap met een..

Controleer of je publiek het begrijpt (hoe doe je dit?)

Waar let je op?

Vertel waarover je een instructie gaat geven

Leg stap voor stap en in een logische volgorde uit

Begin elke stap met een..

Controleer of je publiek het begrijpt 

Laat indien mogelijk zien hoe iets moet worden uitgevoerd

En vooral: spreek rustig

Even op een rijtje:

1. Vertel en introduceer waarover je instructie gaat geven;

2. Leg stap voor stap en in een logische volgorde uit;

3. Begin elke stap met een doe-woord gevolgd door een volgordewoord (als dit logisch is en past);

4. Hou in de gaten of je publiek je kan volgen;

5. Laat indien mogen zien hoe je de instructie moet uitvoeren;

6. Spreek rustig en goed verstaanbaar.

Test maar uit!

- Neem een voorwerp in gedachten uit jouw jeugd;

- Omschrijf dit aan jouw twee-of drietal, zonder echte details te noemen;

- Leg stap voor stap uit hoe er getekend moet worden;

- Geef achteraf feedback met de theorie!