1. Vertel en introduceer waarover je instructie gaat geven;
2. Leg stap voor stap en in een logische volgorde uit;
3. Begin elke stap met een doe-woord gevolgd door een volgordewoord (als dit logisch is en past);
4. Hou in de gaten of je publiek je kan volgen;
5. Laat indien mogen zien hoe je de instructie moet uitvoeren;
6. Spreek rustig en goed verstaanbaar.