Par. 4.4 instructie

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom V32

- Terugblik en instructie par. 4

- Zelfstandig werken 

Opdracht - pak pen en papier

a. Waterstof reageert met koolstofdiooxide tot mierenzuur (CH₂O₂). Geef de reactievergelijking van deze reactie. 

b. De massaverhouding van waterstof:koolstofdioxide is 1,00:21,8. Bereken hoeveel waterstof reageert met 50 gram koolstofdioxide. 

Opdracht - pak pen en papier

a. Waterstof reageert met koolstofdiooxide tot mierenzuur (CH₂O₂). Geef de reactievergelijking van deze reactie. 

Opdracht - pak pen en papier

b. De massaverhouding van waterstof:koolstofdioxide is 1,00:21,8. Bereken hoeveel waterstof reageert met 50 gram koolstofdioxide. 

§4.4 Overmaat en ondermaat

Je leert:

uitleggen wat de begrippen "ondermaat" en "overmaat" betekenen

uit te rekenen welke stof in ondermaat is en hoeveel product hieruit kan ontstaan.

uit te rekenen hoeveel stof van de overmaat overblijft

Overmaat - ondermaat

Tosti recept:

- 200 gram brood

- 50 gram kaas

- 25 gram ham

Ik heb:

- 600 gram brood 

- 150 gram kaas

- 150 gram ham

Reactie verloopt totdat een van de beginstoffen op is. 

Stoffen reageren in een vaste massaverhouding met elkaar (net als een recept). 

Ondermaat reageert volledig 

Overmaat is een deel van de beginstoffen dat overblijft. 

Wilt zeker zijn dat iets volledig op reageert, dan zorg je voor een overmaat van andere beginstoffen. 

Opdracht 

b. De massaverhouding van waterstof:koolstofdioxide is 1,00:21,8. Je laat 2,50 g waterstof reageren met 50,0 g koolstofdioxide. 

1. Bepaal welke stof hierbij in overmaat is.

2. Hoeveel gram er na de reactie van deze stof over is. 

Massa reactieproduct berekenen met ondermaat!

Massaverhouding waterstof:koolstofdioxide:mierenzuur is 1,00:21,8:22,8. 

Bereken hoeveel g mierenzuur er kan ontstaan als je 2,50 g waterstof met 50,0 g koolstofdioxide laat reageren. 

Toetsbespreking

- = beheerst vaardigheid nog niet

+/- = beheerst vaardigheid nog net niet voldoende

+ = beheerst vaardigheid 

1 = begrip chemische reactie 

2 = oplossen reactievergelijkingen

3 = opstellen reactievergelijkingen

4 = rekenen met massaverhouding 

5 = netheid (+/- is punten die je verliest door berekening te vergeten etc.) 

- = 1 ster

+/- = 2 sterren 

+ = 3 sterren 

Vul hier de overige opmerkingen in die ik op de toets heb aangegeven.