Oefentoets H2

                               
Oefentoets H2 Communisme
TH3A
Weet jij genoeg?
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

                               
Oefentoets H2 Communisme
TH3A
Weet jij genoeg?

Slide 1 - Diapositive

Karl Marx was een...
A
Arbeider
B
Proletariaat
C
Keizer
D
Filosoof

Slide 2 - Quiz

Wat voorspelde Karl Marx?
A
Het liberalisme zou in heel de wereld overheersen.
B
De koning zou onthoofd worden in 1918.
C
De middenstand zou in opstand komen.
D
De arme fabrieksarbeiders zouden in opstand komen.

Slide 3 - Quiz

Wat waren de ideeën van Karl Marx?
A
De staat moet ongelijkheid promoten
B
Er bestaat alleen gemeenschappelijk bezit
C
De arbeiders nemen de macht over
D
Vijf jaren plannen leiden tot een sterke economie

Slide 4 - Quiz

De geestelijkheid
De arbeiders & boeren
De tsaar & tsarina
Het leger
De adel
De rijke burgers

Slide 5 - Question de remorquage

Sleep de gebeurtenissen in de juiste volgorde:
1
2
3
4
5
6
Voedseltekorten leiden tot stakingen en demonstraties in SInt-Petersburg
Tsaar Nicolaas II treedt af.
De tsaar wil dat zijn leger tegen de demonstranten  optreedt.
Soldaten van de tsaar sluiten zich aan bij de demonstranten.
Door de Eerste Wereldoorlog gaat het steeds slechter met Rusland
Communisten onder leiding van Lenin plegen een staatsgreep

Slide 6 - Question de remorquage

Wie is deze man?
A
Tsaar Nicolaas II
B
Lenin
C
Stalin
D
Wilhelm II

Slide 7 - Quiz

Tijdens deze opstand, in 1917, werd tsaar Nicolaas II afgezet:
A
Oktoberrevolutie
B
Februarevolutie

Slide 8 - Quiz

Noem minimaal één indirecte oorzaak voor de Russische Revolutie.

Slide 9 - Question ouverte

Tsaar Nicolaas II stelde de Doema in.
Dit deed hij om de rust te laten wederkeren.

Wat is de Doema?
A
Een volksvertegenwoordiging.
B
Een geheime politie.
C
Werkkampen.
D
De nieuwe regering van Rusland, Nicolaas had geen macht meer.

Slide 10 - Quiz

Wat zijn bolsjewieken?

Slide 11 - Question ouverte

1
2
3
4
Russische tsaar
Kapitalist (fabriekseigenaar)
de Russische kerk
Lenin

Slide 12 - Question de remorquage

Tsaar is het Russische woord voor ...
A
Regering
B
Leider
C
Soldaat
D
Keizer

Slide 13 - Quiz

Stelling: Lenin organiseerde de Oktoberrevolutie.
A
Juist
B
Fout

Slide 14 - Quiz

Onder Lenin verandert de naam Rusland naar Sovjet-Unie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Voor wie komt Lenin op?
A
Boeren en arme mensen
B
De Tsaar
C
Niemand
D
Alleen zichzelf

Slide 16 - Quiz

Wat beloofde Lenin te doen voor Rusland?
A
Een einde te maken aan WOI
B
Veel industrie te vestigen in Rusland
C
Het bezit af te pakken van de rijken en eerlijk te verdelen onder iedereen
D
Alle joden uit Rusland weg te voeren

Slide 17 - Quiz

Bolsjewieken
Kapitalisten
Lenin

Slide 18 - Question de remorquage

Deze vraag gaat over de revolutie in Rusland.

Was de tekenaar van de afbeelding een voorstander of tegenstander van de tsaar?
A
voorstander
B
tegenstander

Slide 19 - Quiz

Sleep de onderstaande kenmerken naar de goede revolutie
Februari
revolutie
Oktober 
revolutie
Tsaar wordt afgezet
Communisten komen aan de macht
Voorlopige regering komt aan de macht
Voorlopige regering wordt afgezet
Lenin

Slide 20 - Question de remorquage

Wat is GEEN oorzaak van de
Russische revolutie?
A
Rusland had nauwelijks industrialisatie
B
De macht van de Tsaar werd niet gedragen door het volk
C
De Tsaar had de strijd in de Eerste Wereldoorlog slecht georganiseerd
D
Er heerste hongersnood

Slide 21 - Quiz

Wat is een planeconomie?
A
De overheid bepaalt wat bedrijven produceren
B
Bedrijven bepalen zelf wat er geproduceerd wordt
C
Hulpmiddelen die je nodig hebt om te produceren
D
Een planeconomie heeft nooit bestaan

Slide 22 - Quiz

Mussolini
Hitler
Churchill
Stalin
Lenin

Slide 23 - Question de remorquage

- Verbind de begrippen aan de juiste personen.
Stalin
Hitler
Mussolini
Fascisme
Communisme
Nationaalsocialisme

Slide 24 - Question de remorquage

Welk cijfer hoort bij welke beschrijving?
In dit land kwam Lenin aan de macht: ...
In dit land kwam Hitler aan de macht in 1933: ...
Dit land werd in 1917 communistisch: ...
In deze stad vond in 1914 de moord plaats die zou leiden tot de Eerste Wereldoorlog: ...
1
2
3
4

Slide 25 - Question de remorquage

Leg uit wat Stalin met 'collectivisatie' wilde bereiken
A
Stalin wilde hiermee de landbouwgrond in de Sovjetunie samenvoegen tot staatsboerderijen
B
Stalin wilde hiermee de burgers verenigen en een collectieve beweging vormen om het land op te bouwen
C
Stalin wilde hiermee het Sovjetleger opbouwen
D
Stalin wilde hiermee geld inzamelen om de schulden van de Sovjetunie af te betalen

Slide 26 - Quiz

Welke eigenschappen passen bij de Sovjet-Unie tijdens Stalin?
Sovjet-Unie tijdens Stalin.
Er is eerlijke rechtspraak.

Er is terreur.
Er zijn verkiezingen.

Er is persoonsverheerlijking: de leider(s) van het land worden afgebeeld als helden, of als heiligen.
Er is regelmatig oorlog.

Er wordt veel propaganda gemaakt voor de ideeën van de partij die het land beheerst.
Inwoners van een land worden overal beïnvloed: op school, op straat, op het werk.

Slide 27 - Question de remorquage

Welke gegevens passen bij de februarirevolutie en welke passen bij de oktoberrevolutie?
Februarirevolutie
Oktoberrevolutie
Staatsgreep door de Bolsjewieken.

Tsaar Nicolaas II afgezet.
Communisme ingevoerd.
Doema (regering) neemt macht over.
Lenin neemt macht over.
Bestuur sluit vrede met Duitsland.

Slide 28 - Question de remorquage

Wanneer is de burgeroorlog afgelopen in Rusland, en wordt Rusland de 'Sovjet-Unie'?
Noem het jaartal.

Slide 29 - Question ouverte

Wat is een tsaar?
A
Een dictator
B
Een keizer
C
Een koning
D
Een hoge geestelijke

Slide 30 - Quiz