MEMO: Oefentoets 2.2 De Sovjet-Unie
1 / 17
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Karl Marx was een...
A
Arbeider
B
Proletariaat
C
Keizer
D
Filosoof
Slide 2 - Quiz
Wat voorspelde Karl Marx?
A
Het liberalisme zou in heel de wereld overheersen.
B
De koning zou onthoofd worden in 1918.
C
De middenstand zou in opstand komen.
D
De arme fabrieksarbeiders zouden in opstand komen.
Slide 3 - Quiz
Tijdens deze opstand, in 1917, werd tsaar Nicolaas II afgezet:
A
Oktoberrevolutie
B
Februarevolutie
Slide 4 - Quiz
Tsaar Nicolaas II stelde de Doema in.
Dit deed hij om de rust te laten wederkeren.
Wat is de Doema?
Dit deed hij om de rust te laten wederkeren.
Wat is de Doema?
A
Een volksvertegenwoordiging.
B
Een geheime politie.
C
Werkkampen.
D
De nieuwe regering van Rusland, Nicolaas had geen macht meer.
Slide 5 - Quiz
1
2
3
4
Russische tsaar
Kapitalist (fabriekseigenaar)
de Russische kerk
Lenin
Slide 6 - Question de remorquage
Welke gegevens passen bij de februarirevolutie en welke passen bij de oktoberrevolutie?
Februarirevolutie
Oktoberrevolutie
Staatsgreep door de Bolsjewieken.
Tsaar Nicolaas II afgezet.
Communisme ingevoerd.
Doema (regering) neemt macht over.
Lenin neemt macht over.
Bestuur sluit vrede met Duitsland.
Slide 7 - Question de remorquage
Wie is deze man?
A
Tsaar Nicolaas II
B
Lenin
C
Stalin
D
Wilhelm II
Slide 8 - Quiz
1
2
3
4
5
Tsaar Nicolaas stelt een regering in om de rust te houden in Rusland
De Bolsjewieken winnen de Burgeroorlog
De Sovjet-Unie wordt uitgeroepen
Tijdelijke regering aangesteld tijdens de Februarirevolutie
Lenin grijpt de macht
Slide 9 - Question de remorquage
Hoe heetten de aanhangers van Lenin?
A
Centralen
B
Bolsjewieken
C
Geallieerden
D
Mensjewieken
Slide 10 - Quiz
Wie is de opvolger van Lenin?
A
Hitler
B
Stalin
C
Gorbatsjov
D
Nicolaas II
Slide 11 - Quiz
Wat betekent het begrip:
'Nationaliseren'
'Nationaliseren'
Slide 12 - Question ouverte
Sleep de zinnen naar het juiste onderdeel van de Russische revolutie.
Aan de afbeelding kun je zien om welke revolutie het gaat.
Aan de afbeelding kun je zien om welke revolutie het gaat.
De voorlopige regering krijgt de macht
Lenin grijpt de macht
Communisme wordt ingevoerd
Privé eigendom wordt afgenomen
Tsaar wordt afgezet
Doema had niets te zeggen
Slide 13 - Question de remorquage
Collectivisering is:
A
Verzamelen van alle bruikbare grondstoffen
B
Verspreiden van het communisme over de wereld
C
Samenvoegen van boerderijen tot grotere eenheden
D
Staatsvijanden opsluiten in de Goelag
Slide 14 - Quiz
Rechts zie je een propaganda-afbeelding.
Wat moet dit schilderij laten zien volgens de regering van de Sovjet-Unie?
Wat moet dit schilderij laten zien volgens de regering van de Sovjet-Unie?
Slide 15 - Question ouverte
Noem het begrip dat hoort bij de omschrijving:
Economisch stelsel waarbij de regering bepaalt wat en
hoeveel bedrijven moeten produceren.
Economisch stelsel waarbij de regering bepaalt wat en
hoeveel bedrijven moeten produceren.
Slide 16 - Question ouverte
Noem het begrip dat hoort bij de omschrijving:
Een economisch plan waarin de regering heeft vastgelegd wat en hoeveel bedrijven
de volgende vijf jaar moeten produceren.
Een economisch plan waarin de regering heeft vastgelegd wat en hoeveel bedrijven
de volgende vijf jaar moeten produceren.
