2.4 Blessures (met opdracht)

2.4 Blessures
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2.4 Blessures

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een blessure is en in welke situaties blessures ontstaan
  • Je kunt de verschillende blessures bij botten, gewrichten en spieren beschrijven
  • Je kunt uitleggen hoe je blessures voorkomt 
  • Je kunt uitleggen wat een goede lichaamshouding is

Slide 2 - Diapositive

Een blessure is een beschadiging aan botten, spieren en gewrichten. 

Een blessure ontstaat door een valpartij, botsing, klap of te lang dezelfde beweging uitoefenen (overbelasting).
Blessures

Voorbeelden:


Spierscheuring

Botbreuk

Voetbalknie

Kneuzing

Verzwikking

Ontwrichting

RSI/tenniselleboog


Slide 3 - Diapositive

Top 7 van sporten met veel blessures
Behandelingen blessures op de spoedeisende hulp

Slide 4 - Diapositive


Blessures aan botten en gewrichten

Slide 5 - Diapositive

Botbreuk
Recht zetten + gips en/of een operatie

Slide 6 - Diapositive

Een gewrichtsknobbel schiet uit de gewrichtskom.

De gewrichtsknobbel wordt weer in de kom geduwd, rust nodig om te genezen.
Ontwrichting

Slide 7 - Diapositive

Verstuiking wordt ook wel verzwikking genoemd (alleen is er bij verzwikking geen sprake van het dik worden van de enkel).
De gewrichtsbanden en het gewrichtskapsel rekken dan te ver uit. 
Je hoeft niet naar de dokter, maar het moet goed gekoeld worden. 
Verstuiking

Slide 8 - Diapositive

Voetbalknie: de noppen blijven in het veld staan en de knie draait. 

Meniscus (meestal binnenste) kan scheuren of rafelen. 
Knieblessure

Slide 9 - Diapositive

Gewrichtsbanden (binnen en buiten) en kruisbanden kunnen ook scheuren..

Kijkoperatie om scheur te herstellen en lang herstel nodig
Knieblessure

Slide 10 - Diapositive


Spierblessures

Slide 11 - Diapositive


In een werkende spier ontstaan afvalstoffen. Als de afvalstoffen niet genoeg worden afgevoerd door het bloed ontstaat spierpijn. 
Spierpijn

Slide 12 - Diapositive

Door een botsing of val kan een kneuzing ontstaan. 

Spiercellen en bloedvaatjes zijn beschadigd, daardoor krijg je een bloeduitstorting = een blauwe plek. 
Kneuzing

Slide 13 - Diapositive


  • Spierkramp:  een spier trekt zich plotseling heel sterk samen -> je moet stoppen met de beweging, ga je door dan kan de spier scheuren. 
  • Een plotselinge spierscheuring = een zweepslag
Spierkramp en spierscheuring

Slide 14 - Diapositive

Voorkomen blessures
  1. Kleding en beschermende middelen
  2. Intapen
  3. Warming-up
  4. Cooling-down

Slide 15 - Diapositive

0

Slide 16 - Vidéo

0

Slide 17 - Vidéo

0

Slide 18 - Vidéo

0

Slide 19 - Vidéo

Komt een... sporter bij de dokter
  1. Werk in tweetallen
  2. Één iemand kiest een bot/gewricht blessure uit, de ander kiest een spierblessure uit (houd dit geheim voor elkaar)
  3. Speel een stukje waarin de één de huisarts is en de ander de patiënt
  4. De huisarts mag vragen stellen, lichamelijk onderzoek doen en moet zo proberen te ontdekken welke blessure de patiënt opgelopen heeft
  5. De huisarts stelt een diagnose en geeft aan welke vervolgstappen noodzakelijk zijn
  6. Geef als huisarts ook een advies over hoe de patiënt in de toekomst zo'n dergelijke blessure kan voorkomen
  7. Draai nu de rollen om 

Slide 20 - Diapositive

Het huiswerk:
2.4:



Opdracht 1 t/m 18 + ook nakijken.

Slide 21 - Diapositive