4T Poëzie en Fictie - A) De Tweede Wereldoorlog

A De Tweede Wereldoorlog
Poëzie en fictie
Blz. 132
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

A De Tweede Wereldoorlog
Poëzie en fictie
Blz. 132

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:
- voorkennis WOII activeren
- begrip: autobiografie
- kennismaken met verschillende fragmenten uit boeken over WOII
- opdrachten maken bij de teksten

Slide 2 - Diapositive

Autobiografie Boek waarin de auteur een beschrijving geeft van (een deel van) zijn eigen leven.

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je over de Tweede Wereldoorlog?

Slide 4 - Carte mentale

Kinderjaren. Een novelle
Jona Oberski, 1978
Oberski vertelt in Kinderjaren over hoe hij opgroeit ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Oberski heeft toen in diverse concentratiekampen gezeten. Jona Oberski kiest ervoor om zijn kinderjaren vanuit de ogen van een jong kind te vertellen. Dat heeft veel gevolgen voor de stijl van het boek. De verschrikkingen van de oorlog worden bijna luchtig beschreven. Kinderjaren mag zeker als een klassieker in de Nederlandse literatuur worden beschouwd. Het is een boek dat je gelezen moet hebben.


Bron: amboanthos.nl

128 pagina's


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Opdracht 2 (p. 132)
  1. Wat is een knekelhuis? Je mag een woordenboek of -lijst gebruiken.
  2. Wat vindt de ik-persoon daar?
  3. Wat doet hij als hij daarachter komt?
  4. Hou zou een jong kind normaal gesproken reageren, denk je?
  5. Hoe komt het dat de ik-persoon heel anders reageert?
  6. Waarom is de titel Kinderjaren zo hartverscheurend?

Slide 7 - Diapositive

Tralievader. Een novelle
Carl Friedman, 1991

De novelle Tralievader (1991) is opgebouwd uit veertig hoofdstukjes, waarin Carl Friedman het dagelijks leven beschrijft van een gezin met drie opgroeiende kinderen na de Tweede Wereldoorlog. In het gezin duurt de oorlog voort omdat de vader, in eindeloze herhaling, moét praten over zijn kampervaringen. Kortweg: hij heeft kamp. De kinderen doen hun best om met hun vader mee te leven, maar hij behandelt hen als vreemden, die hem nooit zullen begrijpen. Hierop reageren zij verschillend. In dit gezin, verscheurd zowel door het verleden als door het heden, is de moeder een rots in de branding. Met deze sobere verstelling, waarin ondanks alles plaats is voor liefde, humor en ontroering, maakte Carl Friedman haar inmiddels alom geprezen debuut.


128 pagina's


Slide 8 - Diapositive

Opdracht 3 (p. 133)
  1. De vader ‘heeft kamp’. Wat is dat?
  2. Waarom denkt de ik-persoon dat de wolf kamp heeft?
  3. Kinderen van overlevenden van concentratiekampen worden vaak beschouwd als ‘tweedegeneratieslachtoffers’. Zijn de kinderen uit deze tekst tweedegeneratieslachtoffers? Leg je antwoord uit.
  4. Zou de ik-persoon uit Kinderjaren (tekst 1) de vader uit Tralievader kunnen zijn? Leg je antwoord uit.

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 4 (p. 135)
  1. De oorlogsmisdadiger Eichmann lijkt op meneer Klerkx van school. Waarom had de ik-persoon dat niet verwacht?
  2. Waarom vindt de moeder van Nellie Eichmann een schoft?
  3. Leg uit dat dat kwetsend is voor de ik-persoon.
  4. De vader zegt: ‘Ik begrijp er minder van dan ooit’. Wat bedoelt hij daarmee?
   A. Hij begrijpt niet dat Eichmann al die vreselijke dingen heeft kunnen doen.
  B. Hij begrijpt niet dat iemand die er zo gewoon uitziet als Eichmann een oorlogsmisdadiger is.
  C. Hij begrijpt niet waarom de mensen de joden niet hebben geholpen in de oorlog.

Slide 10 - Diapositive

Wat zou je kunnen leren van deze boeken?

Slide 11 - Diapositive