10.4

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Deze les

Terugblik 10.2 en 10.3 --> iedereen
Uitleg leerdoelen 10.4 --> keuze geel/groen

Slide 4 - Diapositive

Benoem de juiste onderdelen van de navelstreng.
A is kant van de foetus , B is kant van de placenta
1
2
navelstrengader
navelstrengslagader

Slide 5 - Question de remorquage

Welke (slag)ader vervoert wat in de navelstreng?

1
2
A zit vast aan de foutus
B is richting de placenta
zuurstof
koolstofdioxide
voedingsstoffen
afvalstoffen

Slide 6 - Question de remorquage

Zet de nummers bij het juiste onderdeel.
placenta
foetus
vruchtwater
navelstreng
embryo
1
2
3
4

Slide 7 - Question de remorquage

Zet de begrippen in volgorde van jong naar oud:
schoolkind - volwassene - baby - puber - kleuter -
adolescent - peuter - oudere

Slide 8 - Question ouverte

Wat is jouw volgende levensfase?
A
kind
B
adolescent
C
puber
D
volwassene

Slide 9 - Quiz

geen groei, zorg voor kinderen
groei, leren rennen, leren praten
geslachtsorganen worden werkzaam
afronding van de hersenontwikkeling
gezichten herkennen
Baby

Peuter
Puber
Adolescent
Volwassene

Slide 10 - Question de remorquage

10.4

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Mannelijke onderdeel van de bloemplant
Vrouwelijke onderdeel van de bloemplant
Stamper
Meeldraad
Stuifmeelkorrels

Slide 14 - Question de remorquage

Slide 15 - Diapositive

Mensen met hooikoorts zijn allergisch voor stuifmeelkorrels.
Van welke planten komen deze stuifmeelkorrels?
A
windbloemen
B
insectenbloemen
C
zowel wind- als insectenbloemen
D
alleen van gras

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive


In een tomaat zitten soms wel 20 zaden. Hoeveel stuifmeelbuizen zijn door de stamper naar beneden gegroeid?
A
1
B
10
C
20
D
2

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Als een plantje ontkiemt dan gebruikt het eerste het reservevoedsel uit de zaadlobben. Hoe komt het plantje aan zijn voedsel als dit reservevoedsel op is?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Een appel valt van de boom en ligt direct onder de boom op de grond. Is dit een geschikte plek om te ontkiemen? Leg je antwoord uit.

Slide 22 - Question ouverte


Juist of onjuist?
Een paardenbloem is een windbloeier.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive