Boeken en spullen op tafel + telefoon in het hotel
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4
Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Wiskunde woordformules
Wiskunde
Omtrek
Oppervlakte
Inhoud
Cirkel
Cilinder
Boeken en spullen op tafel + telefoon in het hotel
Slide 1 - Diapositive
Programma
Terugblikken vorige les (5 min);
Leerdoelen deze les (5 min);
Uitleg (10 min)
Oefenen (15 min);
Afronden (5-10 min).
Slide 2 - Diapositive
Wat hebben we de vorige les gedaan?
Slide 3 - Carte mentale
Leerdoelen
Aan het einde van de les...
... weet je wat een vlak- en ruimtefiguur is;
... kan je de omtrek van een cirkel berekenen;
... kan je de oppervlakte van een cirkel berekenen;
... kan je de inhoud van een cilinder berekenen.
Slide 4 - Diapositive
Vlakke figuur cirkel
Cirkel
Diameter
Straal
Slide 5 - Diapositive
Omtrek cirkel
Je meet ergens OMheen;
Bij de omtrek van een cirkel heb je de diameter nodig;
Omtrek schrijf je als gewone lengte maten (km, m, cm etc);
Formule: Omtrek cirkel = 3,14 x diameter
Slide 6 - Diapositive
Oppervlakte cirkel
Je meet het hele figuur. Je meet erOP;
Bij de oppervlakte van een cirkel moet je eerst weten wat de straal is;
Oppervlakte schrijf je als oppervlakte maten (km², m², cm² etc);
Formule: Oppervlakte cirkel= 3,14 x straal x straal
Slide 7 - Diapositive
Inhoud
Je meet hoeveel er IN een figuur past
Bij een cilinder bepaal je eerst wat de oppervlakte van de bodem is. Als je de oppervlakte van de bodem weet vermenigvuldig je dit met de hoogte van de cilinder;
Inhoud schrijf je als inhoudsmaten (km³, m³, cm³ etc);
Formule: Inhoud = oppervlakte bodem x hoogte
(Inhoud = 3,14 x straal x straal x hoogte)
Slide 8 - Diapositive
Bereken de omtrek. Schrijf je berekening op!
Slide 9 - Question ouverte
Bereken de omtrek. Schrijf je berekening op!
Slide 10 - Question ouverte
Oppervlakte
Je meet het hele figuur. Je meet erOP;
Bij een vierkant en rechthoek bepaal je wat de lengte en wat de breedte is;
Oppervlakte schrijf je als oppervlakte maten (km², m², cm² etc);
Formule: Oppervlakte = Lengte x breedte
Slide 11 - Diapositive
Bereken de oppervlakte. Schrijf je berekening op!
timer
2:30
Slide 12 - Question ouverte
Bereken de oppervlakte. Schrijf je berekening op!
timer
5:00
Slide 13 - Question ouverte
Inhoud
Je meet hoeveel er IN een figuur past
Bij een kubus en balk bepaal je eerst wat de lengte, breedte en hoogte is;
Inhoud schrijf je als inhoudsmaten (km³, m³, cm³ etc);
Formule: Inhoud = Lengte x breedte x hoogte
Slide 14 - Diapositive
Bereken de inhoud. Schrijf je berekening op!
Slide 15 - Question ouverte
Bereken de inhoud. Schrijf je berekening op!
Slide 16 - Question ouverte
Bereken de inhoud van 1 doosje. Schrijf je berekening op. Maak een foto en upload die hier.