Herhalingsles

Herhalingsles
Welkom allemaal!
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Herhalingsles
Welkom allemaal!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Wat is de planning?
Herhalen van de stof.
Aan de slag met de eindopdracht of leren voor de toets.
Afsluiting.

Slide 2 - Diapositive

Wat is de planning?
22 Januari de toets.
26 Januari inleveren eindopdracht.
Daarna nieuw hoofdstuk.

Slide 3 - Diapositive

Hoofdstuk 4:
Ging over nieuws en de beïnvloeding van nieuws. 
Begrippen:
Nieuws, Massamedia, internationaal persbureau, subjectief, objectief, graphic, hoor- en wederhoor, commentaar, persvrijheid, censuur, Injectienaald-, selectieve perceptie-, agenda-, cultivatie- en framing theorie, beeldvorming, passief gedrag, selectieve perceptie.

Slide 4 - Diapositive

Leg in je eigen woorden uit wat nieuws is.

Slide 5 - Question ouverte

Wat betekent massamedia?
A
Dierentuinen en pretparken.
B
Kranten, radio, tv, internet enz.
C
Scholen, Winkels en zaken.

Slide 6 - Quiz

Wat is een internationaal persbureau?
A
Hebben journalisten alleen in eigen land zitten.
B
Hebben journalisten in de hele wereld zitten.

Slide 7 - Quiz

Subjectief betekent dat er een persoonlijk oordeel in zit en objectief is dat er geen kant word gekozen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Hoor en wederhoor betekent dat je nieuws van een kant belicht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit wat persvrijheid is.

Slide 10 - Question ouverte

Bij welke theorie hoort dit:
Mensen gaan uiteindelijk geloven in wat ze constant word geïnjecteerd.
A
Cultivatie theorie
B
Selectieve perceptie
C
Injectie naald theorie
D
Framing theorie

Slide 11 - Quiz

Bij welke theorie past dit:
Onderwerpen op tv worden op en bepaalde manier gepresenteerd.
A
Framing theorie
B
Cultivatie theorie
C
Agenda theorie
D
Selectieve perceptie

Slide 12 - Quiz

Wat betekent passief gedrag?
A
Je neemt alles kritisch in je op.
B
Je laat alles tot je komen.

Slide 13 - Quiz

Wat betekent selectieve perceptie?
A
Mensen nemen het gehele verhaal in hun op.
B
Mensen denken kritisch na over wat ze horen.
C
Mensen bekijken maar een deel van het nieuws,
D
Mensen nemen slechts een gedeelte waar van wat er gebeurt.

Slide 14 - Quiz

Hoofdstuk 5
Ging over vrouw en man rolpatronen.
Begrippen:
Rolpatroon, imiteren, identificeren, rolverdeling, roldoorbreking, doelgroep, seksisme, Industriële revolutie, kapitalisme, orthodoxe Joden, onbetaalde arbeid.

Slide 15 - Diapositive

Wat is een rolpatroon?
A
Een nieuwe sushirol.
B
Mensen spelen acteurs.
C
Mensen spelen een bepaalde rol.
D
Een nieuwe schildertechniek.

Slide 16 - Quiz

Vertel een traditionele mannen en vrouwen rolpatroon:

Slide 17 - Question ouverte

Wat is een roldoorbreking?
A
Je breekt een sushirol.
B
Het doorbreken van de rolpatronen.
C
Mannen en vrouwen horen zich aan de rolpatronen te houden.

Slide 18 - Quiz

Wat betekent seksisme?
A
Haat naar iemand vanwege zijn of haar geslacht.
B
Haat naar iemand vanwege geloof.
C
Haat naar iemand vanwege afkomst.
D
Haat naar iemand vanwege huidskleur.

Slide 19 - Quiz

Hoofdstuk 6
Het ging over discriminatie en vooroordelen.
Begrippen:
Vooroordeel, stereotypering, discriminatie, negatieve en positieve discriminatie, racisme, genocide, holocaust, pogroms, lynchen, zondeboktheorie, drop-outs, minderwaardigheidscomplex, restrictief toelatingsbeleid, ideële reclame, tolerantie, rechts-extremisme, NVU, NVB, PVV, FvD.

Slide 20 - Diapositive

Wat is een vooroordeel?
A
Het niet terecht behandelen van mensen op grond van zaken die er niet toe doen.
B
Haat naar mensen vanwege afkomst of etniciteit.
C
Een emotioneel geladen oordeel over een persoon of groep dat niet klopt met de werkelijkheid.

Slide 21 - Quiz

Leg uit wat de woorden, genocide, holocaust en de zondeboktheorie met elkaar te maken hebben?

Slide 22 - Question ouverte

Wat is een stereotype?
A
Vooroordeel over een groep mensen.
B
Haat naar mensen vanwege geslacht.
C
Haat naar mensen vanwege huidskleur.

Slide 23 - Quiz

Leg zelf uit wat het verschil is tussen discriminatie en racisme?

Slide 24 - Question ouverte

Leg uit wat het verschil is tussen positieve en negatieve discriminatie.

Slide 25 - Question ouverte

Aan de slag!
Je gaat aan de slag met de eindopdracht of je gaat leren.

Slide 26 - Diapositive

Afsluiting
Volgende week de toets en inleveren van de eindopdracht!

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo