2.5 - Voedselbederf

Thema 2 - Voeding en vertering
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Thema 2 - Voeding en vertering

Slide 1 - Diapositive

Thema 2
2.1 - Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.2 - Het verteringsstelsel
2.3 - De organen voor vertering
2.4 - Gezonde voeding
2.5 - Voedselbederf
2.6 - Voeding en vertering bij zoogdieren
2.7 - Nadenken over eten
2.8 - Productinformatie

Slide 2 - Diapositive

2.4 - Gezonde voeding

Herhaling

Slide 3 - Diapositive

Kun je overgewicht hebben en toch ondervoed zijn?
Ja, dat kan
nee, dat kan niet

Slide 4 - Sondage

Je bent zwaarder dan het gewicht dat bij je leeftijd past. Hoe noemen we dit?
A
Ondergewicht
B
Overgewicht
C
Anorexia
D
Boulimia

Slide 5 - Quiz

Wat is de schijf van 5?
A
5 vakken met minder goede producten waar je niets uit mag nemen
B
5 vakken met alleen maar vette dingen waar je 1 keer per week iets uit mag kiezen
C
5 vakken vol goede producten waar je ieder dag iets uit kiest. Uit het ene vak wat meer dan het andere
D
5 vakken met goede en minder goede producten door elkaar Je kiest zelf de goede producten

Slide 6 - Quiz

Hoe zorg je voor een gezond dieet volgens de schijf van vijf?
A
Eet elke dag uit elk vak evenveel
B
Eet elke dag uit alle vakken iets, in de juiste verhouding
C
Eet vooral groente en fruit
D
Eet weinig ongezonde dingen

Slide 7 - Quiz

In welke twee vakken komen voedingsmiddelen voordie rijk zijn aan voedingsvezel?
A
Vak met groenten en fruiten en Brood en granen
B
Vak met groenten en fruit en vak met vis en kip etc.
C
Vak met melk, boter en olie en vak met vis en kip etc.
D
Vak met groenten en fruit en vak met melk, boter en olie.

Slide 8 - Quiz

In welke voedingsmiddelen
zitten vooral veel koolhydraten?
A
B
C
D

Slide 9 - Quiz

Vraag 5: Wat is géén schijf uit de Schijf van Vijf?
A
Dranken
B
Groente en fruit
C
Smeer- en bereidingsvetten
D
Tussendoortjes

Slide 10 - Quiz

2.5 - Voedselbederf

Slide 11 - Diapositive

Doelen van de paragraaf
Je kan noemen op welke wijze voedselbederf kan ontstaan
Je kan voorbeelden noemen waarmee voedselbederf kan worden tegengegaan

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Schimmels
bestaan uit: dunne draden
planten zich voort door: sporen

Slide 16 - Diapositive

Bacteriën
bestaan uit: één cel
planten zich voort door: celdeling

Slide 17 - Diapositive

Voedsel conserveren
Conserveren = behandelen zodat het minder snel bederft. Door de organismen die bederf veroorzaken te doden of te voorkomen dat ze kunnen voortplanten/groeien.

Net als mensen en dieren hebben bacteriën en schimmels nodig:
  • Een goede temperatuur om voort te planten
  • Voldoende zuurstof
  • Voldoende vocht

Daar maken we gebruik van bij conserveren van voedingsmiddelen.
Bacteriën zijn wel sterker dan wij en kunnen bij extremere omstandigheden blijven leven!

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Voeding conserveren
Verschillende methoden van conserveren:
  • Invriezen - bacteriën niet dood!
  • Pasteuriseren - alleen schadelijke bacteriën/schimmels dood
  • Steriliseren - alle bacteriën/schimmels dood, door hoge temperatuur iets andere smaak
  • Vacuüm verpakken - bacteriën niet dood!
  • Gasverpakken - andere luchtsamenstelling -bacteriën niet dood
  • Drogen - vocht onttrekken, bacteriën niet dood!
  • Conserveringsmiddelen toevoegen, zoals suiker, zout, of zuur - leefomstandigheden ongunstig
  • Doorstralen met radioactieve stoffen - dood alle organismen

Slide 21 - Diapositive

Vragen?

Slide 22 - Diapositive

Wat is voedselbederf?
A
Door micro-organismen is het voedsel ongeschikt geworden voor consumptie
B
Voedsel wat nog net te eten is maar al wel stinkt
C
Alleen bacteriën kunnen dat veroorzaken
D
Alleen schimmels kunnen dat veroorzaken

Slide 23 - Quiz

Hoe voorkom je voedselbederf?
A
Door te zorgen dat bacteriën moeilijker delen
B
Door te zorgen dat er geen schimmels en bacteriën bij komen
C
Door te zorgen dat schimmels minder sporen vormen
D
Zowel A,B als C zijn goed

Slide 24 - Quiz

Wat moet je doen om voedselbederf te voorkomen?
A
snel opeten
B
hygienisch werken
C
in de aanbieding kopen
D
bewaren op de juiste manier

Slide 25 - Quiz

Voedselbederf ontstaat door..........
A
schimmels
B
celdeling
C
bacteriën
D
schimmels en bacteriën

Slide 26 - Quiz

Conserveringsmiddelen vind je vaak terug op de verpakking als een...
A
E-nummer
B
B-nummer
C
C-nummer
D
A-nummer

Slide 27 - Quiz

Hoe kan je voedselbederf herkennen?
A
ruiken
B
smaak
C
uiterlijk
D
als je er ziek van wordt

Slide 28 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 29 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 30 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 31 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Koelen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 32 - Quiz

Aan het werk
Opdracht 1 t/m 8

Slide 33 - Diapositive