PO Osmose incl. theorie

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

biologie PO osmose

https:

TO DO - deze week

di             concentratie, osmose + diffusie incl. experiment inzetten

do           bekijken resultaten + 1.3 + werken volgens planner        

vrij          vervalt

OEFEN ZELF MET HET MAKEN VAN EEN PREPARAAT en het TEKENEN.  

Je kan zelf afspraken maken met de TOA's. Vul je tussenuur nuttig in!       

PO PLASMOLYSE → MA 23 september

lesdoelen

* je kent de begrippen concentratie / diffusie / osmose

* Je hebt geoefend met het maken van een verdunningsreeks.

* Je hebt geoefend met het secuur doen van een experiment.

* Je hebt geoefend met het invullen van een tabel. 

(Volgende les maken we het werkblad verder af.)

concentratie - g/L of %

verdunnen

concentreren

lage concentratie

hoge concentratie

De hoeveelheid opgeloste stof per hoeveelheid oplosmiddel.

Waar bevindt zich de hoogste concentratie?

juist of onjuist: E heeft dezelfde concentratie als F.

diffusie

verplaatsing van een stof van een hoge concentratie naar een lage concentratie

osmose

verplaatsing van water door een semi-permeabel membraan  

           lage [opgeloste stoffen] → hoge [opgeloste stoffen]

PO blz 60

Lees het practicum Osmose op blz. 60. 

Je werkt in een viertal. 

* 2 maken de verdunningsreeks - lees de eerste aanwijzingen tot "snijd"

Lees de biologische techniek 'verdunningsreeks maken' op blz 55 goed door!

* 2 bereiden de aardappelblokjes voor - lees de aanwijzingen vanaf "snijd"

10 ml

10 ml

10 ml

10 ml

10 ml

20 ml

10 ml

10 ml

10 ml

10 ml

10 ml

buis 1

8%

buis 2

4%

buis 3

2%

buis 4

1%

buis 5

0,5%

buis 6

0%

demi water

aan de slag!

Lees het practicum Osmose op blz 60.

* Welke factor ga je variëren? 

* Wat ga je meten? 

Wat ga je doen met je gegevens? 

Hoe verwacht je dat je grafiek eruit komt te zien? 

(Wat staat er langs de assen? Hoe loopt de lijn?)

onderzoekvraag

Bevat:

- de factor die je onderzoekt

- wat je gaat meten

- bij welk (deel van) organisme je dat gaat meten

onderzoeksvraag

Lees het practicum Osmose op blz 60.

* Welke factor ga je variëren? ZOUTCONCENTRATIE van de oplossing

* Wat ga je meten? LENGTE EN STEVIGHEID VAN AARDAPPELSTAAFJES (en                                                 dus hoe vol de cellen zitten met water!) 

De onderzoeksvraag is dan:

"Wat is de invloed van de zoutconcentratie van de oplossing op de lengte en stevigheid van aardappelstaafjes?"

hypothese

* is een verwacht antwoord op de onderzoeksvraag

* volgt logischerwijs uit de inleiding

waar met behulp van bronnen uitleg is gegeven over belangrijke termen die bij het onderzoek van belang zijn

hypothese

Wat denk je dat er gebeurt met cellen die in een hoge concentratie zout komen te liggen?

hypothese

Wat denk je dat er gebeurt met cellen die in een hoge concentratie zout komen te liggen?

lesdoelen 

* je hebt resultaten verzameld - invullen tabel, rekenen en tekenen grafiek

* je hebt een conclusie getrokken bij de onderzoeksvraag (wat is die eigenlijk?!)

* je hebt de stappen van het doen van een onderzoek doorgenomen

* je hebt geoefend met het schrijven van een werkplan

SO begrippen H1 woensdag / vrijdag

Wat weet je nu over het schrijven van een goede onderzoeksvraag?

Wat weet je over het schrijven van een goede hypothese?

Wat weet je nu over het schrijven van een goed werkplan?

onderzoeksopzet

* in ieder geval een controlegroep en minstens een experimenteergroep

* alle andere omstandigheden blijven gelijk

* N (hoeveelheid onderzochte organismen) = hoog

* er is beschreven hoe en wat er wordt gemeten -> tabel!

* kan door een ander precies nagedaan worden

okee 

verder met de volgende stap!

resultaten verzamelen

1) gooi de oplossingen weg in de gootsteen

2) meet de aardappels en noteer in de tabel

3) bereken de procentuele toename/afname van de lengte

4) maak een diagram  - wat voor type? staaf? taart? lijn?

                                              - wat komt er langs de assen?

conclusie

* geeft antwoord op de onderzoeksvraag

    TIP: herhaal de vraag in je conclusie

* op basis van de resultaten uit het onderzoek

* ook al denk je: waaaat dit klopt van geen kant

Wat schrijf je in de discussie?

discussie

* verklaart waarom conclusie misschien niet het échte antwoord op de onderzoeksvraag is

- wat heeft de betrouwbaarheid beïnvloedt?

- kan er iets beter in je onderzoeksopzet?

* geeft suggesties voor interessant vervolgonderzoek

In ieder geval NIET: wat hebben we lekker samengewerkt yo

valide vs betrouwbaar