H3

• Natuur, Leven en Technologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Wat is er nodig voor de eiwittransitie van vlees- naar plantaardig? 

H1 Noodzaak

H2 Gezondheid

H3 Smaak

H4 Ecosystemen

H5 Exponentiële groei

H6 Technologie

H7 Consumenten

H8 Persoonlijk

Hoofdstuk 3 leerdoelen

• Het verschil tussen smaak- en geurstoffen kennen
  
• Weten hoe prikkels worden verwerkt door je smaak- en geurzintuigen.
• Kunnen uitvoeren van een sensorisch onderzoek -> gaan we later doen

Flavour = smaakbeleving

Proeven en ruiken

Waarnemen doe je met zintuigen.

Deze zintuigen zorgen voor een impuls in een zenuwcel.

Deze impuls komt uiteindelijk in de hersenen terecht.

De bewustwording is dus pas in de hersenen.

Ook bouw je in je hersenen een geheugen op van waarnemingen.

Drie typen zenuwcellen

Sensorische neuronen:

Zenuwcellen die impulsen vervoeren van zin-

tuigen naar het Centraal Zenuwstelsel, vaak lange uitlopers.

Schakelneuronen: 

Zenuwcellen binnen het Centraal Zenuwstelsel.

Motorische neuronen:

zenuwcellen die impulsen vervoeren van Centraal 

Zenuwstelsel naar spieren of klieren, vaak lange uitlopers.

Zintuigcellen

Zintuigcellen moeten een signaal doorgeven aan een sensorisch neuron.

Prikkels

druk

warmte (temp)

geur/ smaak (moleculen)

licht (golflengte)

Receptoren - adequate prikkel

Mechanoreceptoren: druk

Thermoreceptoren: temperatuur

Chemoreceptoren: moleculen = smaak en geur

Fotoreceptoren: licht

Tong

Neus

Harde/ zachte prikkels

Drempelwaarde: als een prikkel te zacht is zal deze geen impuls veroorzaken in de zintuigcel

Rode peper

Thermoreceptoren: 

temperatuur zorgt voor een impuls in een 

warmtezintuig. Het eiwit wat gevoelig is voor

hoge temperatuur is

ook gevoelig voor capsaïcine, een 

stofje in de zaadlijsten van rode peper

GEUR

Hoe goed kun jij ruiken?

Opdracht 3.5

Groepen maken

Opdracht 2.1

Huiswerk

• Maak opdrachten H3