7.3 Leestekens: komma

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. december
2. December

Wanneer gebruik je geen hoofdletter?

1. aan het begin van de zin
2. bij namen
3. namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken
4. bij woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid

-d of -t?
broden -->broo

1. broot
2. brood

-d of -t?
muggenbul..

1. -d
2. -t

Wat is de meervoudsvorm
van het woord avocado?

Het enkelvoud eindigt op de enkele lange klinker 'o'.

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?

1. kano'tje
2. kanotje
3. kanoo'tje
4. kanootje

welke is goed?

1. pinda'tje
2. pindaatje

Schrijf je het onderstaande woord met een hoofdletter?
februari

1. ja
2. nee

kom een keer op proef met ons mee trainen bij de volleybalvereniging!

Moet 'volleybalvereniging' met een hoofdletter?

1. ja
2. nee

Schrijf je het onderstaande woord met een hoofdletter?
april

1. ja
2. nee

Schrijf je het onderstaande woord met een hoofdletter?
alkmaar

1. ja
2. nee

Schrijf je het onderstaande woord met een hoofdletter?
duitse

1. ja
2. nee

apps.noordhoff.nl

Gebruik je een komma bij:

tussen de delen van een opsomming

1. ja
2. nee

Gebruik je een komma bij:

voor het voegwoord 'en'

1. ja
2. nee

Gebruik je een komma bij:

voor het voegwoord 'terwijl'

1. ja
2. nee

Is de komma juist gebruikt?

Ina belde haar moeder, en vertelde wat er was gebeurd.

1. ja
2. nee

Is de komma juist gebruikt?

Mijn vader was al ongerust geworden, omdat hij zo lang niets van me had gehoord.

1. ja
2. nee

Waarom staat er een komma in de zin?

Terwijl mijn moeder boodschappen deed, stak mijn vader alvast de barbecue aan.

1. omdat er een opsomming in de zin staat
2. omdat er een voegwoord achter staat
3. omdat er twee persoonsvormen naast elkaar staan

Waarom staat er een komma in de zin?

Wij willen graag de tomatensoep, de dagschotel en de fruitsalade.

1. omdat er een opsomming in de zin staat
2. omdat er een voegwoord achter staat
3. omdat er twee persoonsvormen naast elkaar staan

In welke zin ontbreekt de komma?

1. Door de slechte organisatie liep de hele open dag in het honderd.
2. Frida en Elske zijn al heel lang vriendinnen.
3. Op de laatste dag hebben we met z'n allen de lokalen schoongemaakt.
4. Voordat je naar binnen gaat moet je goed je voeten vegen.