HV1 Chap 3 ABCDEFG quizzzz

QUIZZZZZ
1 / 56
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 56 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

QUIZZZZZ

Slide 1 - Diapositive

Le présent


Werkwoorden:
werkwoorden op -er

Slide 2 - Diapositive


Vertaal:
ik praat

Slide 3 - Question ouverte


Vertaal:
jij werkt

Slide 4 - Question ouverte


Vertaal:
hij begint

Slide 5 - Question ouverte


Vertaal:
wij komen aan
nous ...

Slide 6 - Question ouverte


Vertaal:
u geeft

Slide 7 - Question ouverte


Vertaal:
ik nodig uit

Slide 8 - Question ouverte


Vertaal:
wij kijken
nous ...

Slide 9 - Question ouverte


Vertaal:
jij ruimt op

Slide 10 - Question ouverte


Vertaal:
zij luisteren
elles ...

Slide 11 - Question ouverte

Le présent


Werkwoorden:
avoir
être

Slide 12 - Diapositive


Vertaal:
ik ben

Slide 13 - Question ouverte


Vertaal:
jullie hebben

Slide 14 - Question ouverte


Vertaal:
ik heb

Slide 15 - Question ouverte


Vertaal:
jij hebt

Slide 16 - Question ouverte


Vertaal:
hij is

Slide 17 - Question ouverte


Vertaal:
zij heeft

Slide 18 - Question ouverte


Vertaal:
zij zijn
ils ...

Slide 19 - Question ouverte


Vertaal:
zij hebben
elles ...

Slide 20 - Question ouverte


Vertaal:
jij bent

Slide 21 - Question ouverte

Les nombres


0 - 69

Slide 22 - Diapositive


Welk getal hoor je hier?

A
03
B
13
C
23
D
33

Slide 23 - Quiz


Welk getal hoor je hier?

A
49
B
47
C
59
D
57

Slide 24 - Quiz


Welk getal hoor je hier?

A
07
B
27
C
17
D
37

Slide 25 - Quiz


Welk getal hoor je hier?

A
53
B
35
C
59
D
37

Slide 26 - Quiz


Welk getal hoor je hier?

A
44
B
33
C
22
D
26

Slide 27 - Quiz


Welk getal hoor je hier?

A
34
B
33
C
43
D
54

Slide 28 - Quiz

Les questions

Slide 29 - Diapositive


Welke vraag hoor je hier?

A
Heb jij een zus?
B
Heb jij een broer?
C
Heb jij een huisdier?
D
Hoe heet je broer?

Slide 30 - Quiz


Welke vraag hoor je hier?

A
Hoe oud is hij?
B
Hoe oud is zij?
C
Hoe oud ben jij?
D
Ik ben oud.

Slide 31 - Quiz


Welke vraag hoor je hier?

A
Dat is op 14 februari.
B
Wanneer word jij 13 jaar?
C
Wanneer is jouw verjaardag?
D
Is dat op 14 februari?

Slide 32 - Quiz


Welke vraag hoor je hier?

A
Woon jij in de stad?
B
Woon jij in Kampen?
C
Woon jij in een dorp?
D
Woon jij op het platteland?

Slide 33 - Quiz

Les 
réponses

Slide 34 - Diapositive


Welk antwoord kun je geven op deze vraag?
A
Elle habite à Paris.
B
Elle a 12 ans.
C
Elle s'appelle Claudette.
D
Elle est ma copine.

Slide 35 - Quiz


Welk antwoord kun je geven op deze vraag?
A
La fille habite à Amsterdam.
B
Elle a 12 ans.
C
Il est mon copain.
D
La fille a 15 ans.

Slide 36 - Quiz


Welk antwoord kun je geven op deze vraag?
A
C'est une table.
B
C'est la cuisine.
C
C'est mon lit.
D
Mon lit est dans ma chambre.

Slide 37 - Quiz


Welk antwoord kun je geven op deze vraag?
A
Elle va avoir 14 ans.
B
Il va avoir 10 ans.
C
Tu vas avoir 12 ans.
D
Je vais avoir 12 ans.

Slide 38 - Quiz


Welk antwoord kun je geven op deze vraag?
A
Ma couleur préférée est le vert.
B
Ma couleur préférée est mon lit.
C
C'est le rouge.
D
Je fais mes devoirs.

Slide 39 - Quiz


Welk antwoord kun je geven op deze vraag?
A
Mon lit est bleu.
B
Les murs sont blancs.
C
L'armoire est blanche.
D
Ma couleur préférée est le vert.

Slide 40 - Quiz


Welk antwoord kun je geven op deze vraag?
A
Oui, il y a une table dans la cuisine.
B
Non, il n'y a pas de table dans ma chambre.
C
Oui, j'ai une table dans ma chambre.
D
Pardon...

Slide 41 - Quiz


Welk antwoord kun je geven op deze vraag?
A
Ma chambre est blanche.
B
Je suis dans ma chambre.
C
Ma chambre est au grenier.
D
Je fais mes devoirs.

Slide 42 - Quiz


Welk antwoord kun je geven op deze vraag?
A
Je chante.
B
Tu fais tes devoirs.
C
Il fait ses devoirs.
D
Je me douche.

Slide 43 - Quiz

Les 
images

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive


Welke zin past er bij dit plaatje?
A
Il fait chaud.
B
Il fait froid.

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Diapositive


Welke zin past er bij dit plaatje?
A
Les devoirs
B
Les patins

Slide 48 - Quiz

Slide 49 - Diapositive


Welke zin past er bij dit plaatje?
A
ils font les devoirs
B
ils patinent sur glace

Slide 50 - Quiz

Slide 51 - Diapositive


Welke zin past er bij dit plaatje?
A
un bonhomme de neige
B
un homme danse

Slide 52 - Quiz

Slide 53 - Diapositive


Welke zin past er bij dit plaatje?
A
il neige
B
il pleut

Slide 54 - Quiz

Wie heeft er gewonnen?

Slide 55 - Diapositive

Au revoir

Slide 56 - Diapositive