4.4 Burgeroorlog, oorlogscommunisme en Nieuwe Economische Politiek

4.4 Burgeroorlog, oorlogscommunisme en Nieuwe Economische Politiek
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

4.4 Burgeroorlog, oorlogscommunisme en Nieuwe Economische Politiek

Slide 1 - Diapositive

 Tijdvak 8 en 9
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
-  Waardoor moesten de bolsjewieken van hun communistische ideeën afstappen en teruggrijpen op kapitalisme?

Slide 3 - Diapositive

Vrede met Duitsland
Deelname aan de Eerste Wereldoorlog wordt stopgezet door Lenin: Vrede van Brest-Litovsk (maart 1918)
Rusland verliest:
  • Oekraïne
  • Russisch Polen
  • Baltische Staten (Es, Let, Lit)
 
Daarna burgeroorlog: Roden (bolsjewieken)  tegen Witten
De Witten ook wel de mensjewieken genoemd.
- Officieren trouw aan de tsaar
- Zonen van adel / bourgeoisie
- Nationalisten, gesteund door het Westen
- Koelakken=rijke boeren
  




Slide 4 - Diapositive


Oorlogscommunisme 1918-1921

  • Boeren moeten gratis graan en vlees leveren (alle grond van de staat)
  • Fabrieken werden staatseigendom
  • Privé-eigendom is illegaal (en dus strafbaar)
  • Arbeiders moeten inzetbare 'arbeidslegers' worden
  • Gevolg: tienduizenden onwillige boeren vermoord of naar strafkampen gestuurd en uitbreken van hongersnoden

Slide 5 - Diapositive

Na de revolutie: burgeroorlog 1917-1922
  • communisten ('Rode Leger') <-> anti-communisten ('de Witten') 
  • 1922: Lenin wint burgeroorlog -> Rusland heet vanaf nu =>
De Sovjet-Unie:
  • een totalitaire samenleving =
  • een samenleving waarin de overheid alle macht heeft en het leven van ieder individu controleert
  • dictatuur

Slide 6 - Diapositive

Sovjet Unie in 1921

Grote problemen in de samenleving:

  • -Economische productie: zowel in de landbouw als industrie, gekelderd. Lage productiecijfers.
  • -Problemen in zuid Rusland: enorme hongersnood als gevolg van WOI en de Burgeroorlog. Ongeveer 5 miljoen doden aan honger.
  • -Grote logistieke problemen: spoorwegen en autowegen door de Burgeroorlog vernietigd. 
  • -In 1919 verlies stukken gebied van Rusland 
  • -Grote problemen met de eigen inwoners/boeren; gedurende de burgeroorlog veel weerstand tegen de Bolsjewieken; ze moesten immers veel graan afstaan.
  • Burgeroorlog afgelopen, maar de boeren accepteren dit gedrag van de overheid niet: grote boerenopstanden na de burgeroorlog.


Slide 7 - Diapositive

Rood tegen Wit
De Roden (Bolsjewieken / meerderheid of socialisten/communisten))
  • Arbeiders
  • Arme boeren
(o.l.v. Vladimir Lenin, Leon Trotski)


Het Rode Leger (onder dwang gevormd door Trotski)
1918: 430.000 man
1920: 5.300.000 man
(o.a. ook doordat veel arme boeren bang zijn voor een terugkeer van de tsaar) 

1922: Bolsjewieken / socialisten winnen de burgeroorlog



Slide 8 - Diapositive

Nieuwe Economische Politiek
1921 -1928
NEP:
  • Boeren mogen weer grond bezitten (eerder alles staatsbezit gemaakt).
  • Boeren mogen weer producten vrij verkopen, mits er belasting wordt afgedragen.
  • Winkels, werkplaatsen en kleine fabrieken weer privébezit.
  • Mijnbouw en zware fabrieken (industrie) blijven wel in handen van de staat.
Gevolg: voedselproductie nam toe. Koelakken: rijke boeren

Veel harde bolsjewieken (Trotski) vinden de NEP van Lenin  teveel lijken op het kapitalisme, en geven de voorkeur aan het oorlogscommunisme. Trotski wil ook een wereldrevolutie.
Josef Stalin steunt de NEP van Lenin en heeft meer macht dan Trotski.  Stalin wil de revolutie laten beginnen in één land. Trotski wordt verbannen in 1929.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Huiswerk
Maken opdrachten 4.4

Slide 11 - Diapositive