Overtuigen

Overtuigen is ook een kunst!
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Overtuigen is ook een kunst!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel van deze les
  • Je hebt geleerd wat non-verbale communicatie is
  • Je hebt (nieuwe) kennis van betekenis van woorden (spel)
  • Je hebt je presentatie voor je mondelinge betoog ingeleverd  (Teams)
  • Je weet waar het schema voor de presentaties te vinden is
  • Je hebt Thema 4 werken- Hoofdstuk 5: spreken Opdracht 6 uitgevoerd

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is overtuigen hetzelfde als overhalen?
A
Nee dat is wat anders!
B
JA dat is hetzelfde!

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Overtuigen:

  • Iemand anders door middel van argumenten proberen een andere MENING te geven over een onderwerp

Overhalen:

  • Iemands iets te laten DOEN wat hij/zij zelf in eerste instantie niet wilde/durfde doen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De manier van overbrengen:
welke dingen zijn daarbij belangrijk denk je?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbale & non-verbale communicatie

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat denk jij dat non-verbale communicatie betekent?

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Non-verbaal= zonder woorden
Communicatie=?

  • Non-verbale communicatie betekent dus:

  • Je gezichtsuitdrukking 
  • de gebaren die je maakt
  • je lichaamstaal
  • je stemgeluid 


  • Samengevat: Dat wat je niet zegt, maar wel laat zien

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbale communicatie is dus wat je zegt
non-verbale communicatie is dus eigenlijk alles wat je niet zegt.


Belangrijk bij spreken!

(denk terug aan de filmpjes)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een "pokerface' is een voorbeeld van
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een knipoog is een voorbeeld van
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordkennis!
Instructies:
Iedereen heeft een pen en papier
Pen nog niet in je hand!
Je krijgt zo 18 woorden te zien: 1 minuut lang
Daarna ga je in 2 minuten opschrijven welke woorden je nog weet!
Hoe? individueel                              

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoorden
  1. Cognitief 
  2. Vermogen
  3. Empatisch 
  4. Neigen
  5. Zelfdiscipline 
  6. Relevanter 
  7. Verantwoordelijk 
  8. Excessief
  9. Beargumenteren
10. Overtuigen 
11.  Verbaal
12.  Presenteren
13.  Tuinkabouter
14.  Lichaamstaal 
15.  Stemgebruik 
16.  Huiswerk 
17.  Examens
18.  Diploma
timer
1:00

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jouw beurt!
Schrijf  zoveel mogelijk woorden op die je je kunt herinneren in 2 minuten.

  • Hoeveel kon jij er herinneren? 

                         

timer
2:00

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoorden
  1. Cognitief 
  2. Vermogen
  3. Empatisch 
  4. Neigen
  5. Zelfdiscipline 
  6. Relevanter 
  7. Verantwoordelijk 
  8. Excessief
  9. Beargumenteren
10. Overtuigen 
11.  Verbaal
12.  Presenteren
13.  Tuinkabouter
14.  Lichaamstaal 
15.  Stemgebruik 
16.  Huiswerk 
17.  Examens
18.  Diploma
Welke woorden was jij vergeten?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk!
  1. Presentaties inleveren in Teams
  2.  Thema 4 werken- Hoofdstuk 5: spreken Opdracht 6 maken




Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Betoog: structuur

  • 1. Inleiding: Je neemt een standpunt in en legt dat  uit
  • 2. Kern/middenstuk : Je geeft argumenten en weerlegt tegenargumenten
  • 3. Slot: Korte samenvatting waarom jouw publiek overtuigd moet zijn. 
Alinea 2
Alinea 3
Alinea 4
Waar komen alinea 1 en 5?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekschema

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tips voor een sterk betoog
Varieer in het gebruik van signaalwoorden

  • bovendien / daarnaast / als derde argument / tot slot

  • hierdoor / waardoor / zodat / om die reden

  • De argumenten hebben geen overlap .
  • De argumenten mogen elkaar niet tegenspreken.
  • De alinea-indeling is correct.(per argument een nieuwe alinea)
  • De opbouw is logisch.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opbouw
Samengevat: 
Titel
Inleiding (aandacht trekken & standpunt)
Argument 1 & uitwerking
Argument 2 & uitwerking
Tegenargument & weerlegging
Slot (herhaling standpunt)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tips voor een sterk betoog in een presentatie

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Thema 4 werken- Hoofdstuk 5: spreken Opdracht 3 & 4

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende week
  • eerste ronde presentaties!
  • Heb je volgende week geen presentatie?
  • Dan heb je geen les om 10. uur!
  • Dat geldt ook voor de week erna!


Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hebben we de doelen behaald?
  • Weet je wat wat non-verbale communicatie is?
  • Heb je (nieuwe) kennis van betekenis van woorden ?
  • Heb je je presentatie voor je mondelinge betoog ingeleverd (Teams)
  • Weet je waar het schema voor de presentaties te vinden is?
  • Heb je Thema 4 werken- Hoofdstuk 5: spreken Opdracht 6 uitgevoerd?

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

TOT VOLGENDE WEEK! (en morgen!)

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 28 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 29 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 30 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.