Les 26: persoonsvorm tegenwoordige tijd

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Werkwoordspelling

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Persoonsvorm TT

• Ik-vorm
  
• Ik-vorm + t
  
• Wij-vorm 
  

Hoe kom je erachter? Vul voor jezelf het werkwoord 'lopen' in. Hoor je een t, dan schrijf je ik-vorm + t 

Voorbeeldzinnen

Het kleine broertje van Murat .................. zijn vingers (branden)

Hij ....................... naar de spoedeisende hulp gebracht. (worden)

Ik ......................... het je! (verbieden)

Volgend jaar ......................... Pim naar Groningen. (verhuizen)

OEFENEN

Wie....... er gek van het binnenzitten?

1. word
2. wordt

Mijn buurvrouw ..... heel erg van feestjes

1. houd
2. houdt

Wanneer .... jij je aan voor de tennisclub?

1. meld
2. meldt