Voorbereiding proefwerk klas 1

Toets Nederlands
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Toets Nederlands

Slide 1 - Diapositive

De stof
•Leerstof H1
Lezen: onderwerp + oriënterend lezen

Grammatica zinsdelen (blz. 28-29)​
De persoonsvorm, het onderwerp en zinsdelen (strepen zetten!) --> + aantekening!​

Grammatica woordsoorten (blz. 30-31)​
Je hoeft niet te weten wat een abstract en concreet zelfstandig naamwoord is​
Zelfstandig naamwoord (zn) en het bepaald (blw) en onbepaald lidwoord (olw)

 Fictie A (de gele blokken op blz. 192 t/m 199)

Slide 2 - Diapositive

De toets
20 vragen + bonusvraag
9 meerkeuzevragen
11 open vragen/invulvragen

Slide 3 - Diapositive

Lezen: het onderwerp v/e tekst
* Bekijk de tekst
* Kijk naar de titel
* Kijk naar de plaatjes
* Kijk naar de tussenkopjes
FORMULEER HET ONDERWERP KORT!

Slide 4 - Diapositive

Het onderwerp van een tekst schrijven we het liefst zo ... mogelijk op.
A
Kort
B
Lang

Slide 5 - Quiz

Onderwerp van een tekst
Geen zin met pv!
Zo kort mogelijk!

Slide 6 - Diapositive

Wat doe je als je een woord niet kent op de toets?
A
Je kijkt naar de context
B
Je kijkt of de betekenis ergens verderop staat
C
Je vraagt het aan je docent
D
Je zoekt het op in een woordenboek

Slide 7 - Quiz

Grammatica
* Redekundig ontleden
*Taalkundig ontleden

Slide 8 - Diapositive

Hoe vind je de persoonsvorm?
A
Door een vraagzin te maken
B
Door de zin van getal te veranderen
C
Door de zin van tijd te veranderen
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn juist

Slide 9 - Quiz

Zinsdelen zoeken, de pv en het onderwerp benoemen, noemen we:
A
Redekundig ontleden
B
Taalkundig ontleden

Slide 10 - Quiz

Wat is géén zelfstandig naamwoord?
A
Gouden
B
Kat
C
Mens
D
Kerstboom

Slide 11 - Quiz

Hoe weet ik of iets een zelfstandig naamwoord is?

Slide 12 - Carte mentale

De/het noemen we:
A
bepaalde lidwoorden
B
onbepaalde lidwoorden

Slide 13 - Quiz

Hoeveel zn staan er in deze zin:
Piet had veel vrienden in de jaren veertig.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quiz

Het lidwoord 'een' is een:
A
Bepaald lidwoord
B
Onbepaald lidwoord

Slide 15 - Quiz

Fictie
* Hoofdpersonen
* Inleven
*Realistich
* Genre

Slide 16 - Diapositive

Genre
* Spreek uit zjan-re
* Wat voor soort verhaal heb je gelezen?

Slide 17 - Diapositive

Het genre van Percy Jackson is:

Slide 18 - Carte mentale

Percy Jackson is een realistisch verhaal.
A
Ja
B
Nee
C
Ja
D
Nee

Slide 19 - Quiz