Luisterstrategieën Spaans

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Buenos días.

Op tafel: 

laptop -> LessonUp

El programa:

1. Info periode 3

2. Contenido gramatical para p. 3. 

3. Strategieën

Los objetivos:

1. Sabes qué prubas tienes en el período 3.

2. Sábes cómo vamos a prepararlas. 

Info periode 3

1. Luistervaardigheid 

2. Schrijfvaardigheid TW3

Materiaal:

1. Luistervaardigheid bundel

2. Schrijfvaardigheid opdrachten

Weging        

300        (50 min.)  

300        (100 min.)

Grammatica

• Tegenwoordige tijd
• Gerundio
• Toekomende tijd
• Verleden tijden (indefinido & pres. perfecto) 
• Imperativo

Luistervaardigheid

Luisteren is een vaardigheid die getraind kan worden 😃!

De komende lessen leren jullie tips en  gaan we kijk- en luisteroefeningen doen om zelfverzekerder te worden in het begrijpen van de gesproken Spaanse taal.

Oefening baart kunst!= ¡La práctica hace al maestro!

Luistertoets Spaans

Makkie!

Daar moet ik nog wel even flink voor oefenen.

Help!

Luisterstrategieën

Welke kijk- en luisterstrategieën pas je al toe om te begrijpen waar een fragment in het Spaans over gaat?

In welke mate zet je de volgende strategie in?
Voorkennis activeren.
Wat weet ik al over het thema? Voorspellingen doen.

010

In welke mate zet je de volgende strategie in?
Contextinformatie.
B.v.: Achtergrondgeluiden?

0100

In welke mate zet je de volgende strategie in?
Non-verbale informatie
(Lichaamstaal? Gebaren? Visuele informatie?)

0100

In welke mate zet je de volgende strategie in?
Betekenis onbekende woorden uit de context leren opmaken.

0100

In welke mate zet je de volgende strategie in?
Redundantie:
herhaalde elementen herkennen.

0100

In welke mate zet je de volgende strategie in?
Tekstsoort bepalen:
Interview? Monoloog? Programma? Liedje?...

0100

Ejercicio

Voorkennis activeren

Waar gaat dit programma over?

Welke inhoud zou je kunnen voorspellen?

Focus aanzetten!

Tekstsoort bepalen:

• Functioneel? (weerbericht, voicemail, enz.)
• Informatief? (radio- of tv-programma)
• Interview?
• Monoloog?
• Liedje of videoclip?

Contextinformatie

• Zijn er achtergrondgeluiden?
• Waar zijn ze?
• Aantal sprekers?
• Wie is hier aan het woord?

Non-verbale informatie

• Positieve of negatieve lichaamstaal?
• Positieve of negatieve gebaren? 
• Humeur?

Als je in Nederland woont,

1. Moet je gewoon aanvaarden dat het vaak regent.
2. Word je als Spanjaard heel ongelukkig door de regen.
3. Heb je een goede regenjas nodig.

Hij vergelijkt Utrecht met de Spaanse stad Salamanca omdat...

1. Er veel Spanjaarden wonen.
2. Het ook een universiteitsstad is met veel studenten.
3. Het even toeristisch is.

Redundantie

• centro, centro
• Holanda, Holanda
• el tiempo, la lluvia, llueve, lloviendo
• la gente, ellos, ellos
• destruyó, romper
• la torre, subir, la subida, 450 escalones, condición física
• la universidad, estudiantes, Erasmus, diversidad cultural