Moedertaal en spreekwoorden

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Goedemorgen 1h
* neem plaats
* leg je spullen op tafel
* start met lezen

Slide 2 - Diapositive

Moedertaal en uitdrukkingen

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
- Moedertaal;
- Spreekwoorden en uitdrukkingen;
- Opdrachten maken.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Wat is een tweede taal
A
Engels
B
De taal die je leert naast je moedertaal
C
De taal die je leert op school
D
Straattaal

Slide 6 - Quiz

Wat is moedertaal
A
de taal die je vanaf je geboorten leert
B
Engels
C
Een soort wiskunde
D
De taal van je moeder

Slide 7 - Quiz

Wat is een vreemde taal
A
Engels
B
Een taal die je nog niet kent
C
Frans
D
Een taal die je geleerd hebt op school

Slide 8 - Quiz

Wat is een standaard taal
A
De taal die iedereen in een land spreken kan
B
Engels
C
Een taal die iedereen spreekt
D
Spaans

Slide 9 - Quiz

Wat is dialect
A
Fries
B
Limburgs
C
Een verbastering
D
een speciale taal

Slide 10 - Quiz

Wat is meertalig
A
Dat je meerderen talen begrijpt
B
dat je meerderen talen spreekt
C
dat je Fries snapt
D
Frans

Slide 11 - Quiz

Wat is een leenwoord
A
een woord dat uit een andere taal komt
B
Een woord die je nog moet terugbetalen
C
een lening
D
Een woordsoort

Slide 12 - Quiz

Spelen met woorden: rebus
Geef iedereen de kans om de rebus op te lossen: roep je geen antwoorden door de klas, maar doe de rebus het in je hoofd.
  • Bekijk eerst de rebus goed en probeer hem in je hoofd op te lossen (schrijf je antwoord eventueel even in je schrift op)
  • Schrijf je antwoord in de volgende sheet.
  • Denk aan hoofdletters en leestekens.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive


Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive


Slide 17 - Question ouverte

Uitdrukking of spreekwoord?
Een uitdrukking is een woordcombinatie met een vaste betekenis. Je kunt de uitdrukking een beetje aanpassen.
Het is een combinatie van woorden die samen een eigen (figuurlijke) betekenis hebben
Voorbeeld: `'Je laatste adem uitblazen' is een uitdrukking die in veel talen wordt gebruikt in de betekenis van 'sterven'.Tranen met tuiten-> Tim huilt tranen met tuiten.

Een spreekwoord is korte en krachtige vaste uitdrukking met een algemene waarheid of wijsheid --> heeft een vaste volgorde
Voorbeelden   
' De laatste loodjes wegen het zwaarst' 
Het betekent dat het laatste gedeelte van iets het moeilijkst is en heeft niks met loodjes te maken, dus spreekwoord.
'De appel valt niet ver van de boom.'
Tim valt niet ver van de boom-> kan niet, dus spreekwoord

Slide 18 - Diapositive

Spreekwoord of uitdrukking?

Zo sterk zijn als een leeuw
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 19 - Quiz

Spreekwoord of uitdrukking?

Honger hebben als een paard
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 20 - Quiz

Wat ga je maken?

Slide 21 - Diapositive