Het weer - mijn cultuur

De sterkste, de grootse, de beste
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Hoger onderwijs

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De sterkste, de grootse, de beste

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Hij heeft de ... tong van de wereld.
A
kortste
B
langste
C
mooiste
D
langer

Slide 3 - Quiz

De kat kan het ... springen in de wereld.
A
verder
B
kortste
C
verste
D
dichtbij

Slide 4 - Quiz

De ... vrouw in de wereld is 2meter31.
A
dikste
B
kleinste
C
kortste
D
grootste

Slide 5 - Quiz

De vrouw is ... dan Marie.
A
sterker
B
sterkste
C
zwakker
D
zwakste

Slide 6 - Quiz

De snor van Mohammad is ... dan de snor van de man rechts.
A
kort
B
kortste
C
korter
D
langer

Slide 7 - Quiz

De vrouw hoepelt met de ... hoepels in de wereld.
A
veel
B
weinig
C
meeste
D
minste

Slide 8 - Quiz

De ... pizza in de wereld is 1,8km.
A
mooiste
B
lekkerste
C
langste
D
kortste

Slide 9 - Quiz

De voeten van Ahmad zijn ... dan de voeten van de man links (maat 68).
A
groter
B
kleiner
C
grootste
D
kleinste

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Vidéo

Nieuw Antwerps wereldrecord in
Guinness World Records-boek
Er staat een nieuw Antwerps wereldrecord in het Guinness World Record-boek. Het record werd vorig jaar gevestigd op de Boekenbeurs. Daar hebben bezoekers in totaal 10.879 origamivissen gemaakt.



Slide 12 - Diapositive

Aan de bezoekers van de Boekenbeurs werd tussen 29 oktober en 11 november 2019 gevraagd om een papieren visje te vouwen. De visjes werden op een muur bevestigd en uiteindelijk waren het er 10.879, goed voor een record.
Dit jaar zal er door de coronacrisis geen boekenbeurs zijn.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Het weer
Wat is jouw favoriete seizoen?
Hou jij van regen? Hou jij van de zon?
Wat voor weer is het in jouw geboorteland?
Wat vind jij van het weer in België?

Slide 15 - Diapositive

Wat voor weer
is het vandaag?

Slide 16 - Carte mentale

Slide 17 - Vidéo

Wat zegt de vrouw over de zon?
A
De zon zit verstopt achter wolken
B
De zon schijnt
C
De zon schijnt niet
D
De zon komt tevoorschijn in de namiddag.

Slide 18 - Quiz

Hoe warm is het?
A
Het is aangenaam warm.
B
Het is onder 20 graden.
C
Het is boven 20 graden.
D
Het is boven 30 graden.

Slide 19 - Quiz

Wanneer gaat het licht regenen?
A
vanaf dinsdag
B
vanaf woensdag
C
vanaf morgen
D
vanaf donderdag

Slide 20 - Quiz

Wat is het temperatuurverschil tussen de kast en het zuiden van het land vandaag?
A
3 graden verschil
B
aan de kust 22 graden
C
in het zuiden 19 graden
D
het is warmer aan de kust

Slide 21 - Quiz

In België regent het veel.
En in jouw geboorteland?
In de zomer is het in België warm. Hoe is de zomer in jouw geboorteland?

Slide 22 - Diapositive

In de herfst is er veel wind. De blaadjes vallen van de bomen.
 Ik zie bliksem en ik hoor donder. Ik ben niet bang van onweer.  Ben jij bang?

Slide 23 - Diapositive

In de winter vriest het soms. In België vriest het een beetje. En in Rusland?
Het sneeuwt soms in januari, februari, maart of april.

Slide 24 - Diapositive

's Morgens en 's avonds is er mist.
In de lente is het mooi weer. Het is fris, de zon schijnt en de lucht is blauw.

Slide 25 - Diapositive

Spreek over het weer in Europa

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien

Een uur langer slapen
In het weekend (24-25/10) begint de wintertijd weer. In de nacht van zaterdag op zondag zetten we de klok één uur terug: drie uur 's nachts wordt twee uur. De wintertijd is eigenlijk de normale tijd. Die begint elk jaar op de laatste zondag van oktober en eindigt op de laatste zondag van maart.

Slide 28 - Diapositive

Extreem weer

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Lien

Een hittegolf

Slide 31 - Diapositive

Wat is een hittegolf?
A
minimum 10 dagen meer dan 30 graden
B
minimum 5 dagen meer dan 25 graden
C
veel regen op korte tijd
D
1 dag boven de 35 graden

Slide 32 - Quiz

Een aardbeving

Slide 33 - Diapositive

Wat is een aardbeving?
A
de aarde die trilt/beeft

Slide 34 - Quiz

Een tsunami

Slide 35 - Diapositive

Wat is een tsunami?
A

Slide 36 - Quiz

Een brand

Slide 37 - Diapositive

Wat is een brand?
A

Slide 38 - Quiz

Een storm

Slide 39 - Diapositive

Wat is een storm?
A

Slide 40 - Quiz