1.1 - Organismen indelen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Biologie

MAVO 3

Schooljaar 23-24

Dafne van IJzendoorn

Vandaag

• Welkom en voorstellen
• Introductie schooljaar (PTA + planner)
  


• Start hoofdstuk 1 (uitleg + aan de slag/huiswerk)

DYZ Dafne van IJzendoornl

Wie zijn jullie? 

Naam op blaadje (blaadje in 3 vouwen) 

Noem 2 woorden die bij jou passen.

PTA

 Hoofdstuk 1 

Organismen

uit vier rijken

Leerdoelen (blz 8)

• Je kunt de levenskenmerken noemen en uitleggen.
  
• Je kunt de groepen waarin organismen zijn ingedeeld noemen.
  
• Je kunt de naam van organismen opzoeken met een zoekkaart of determineertabel.

Wat is een organisme?

Wat is een organisme?

Je hebt drie vormen van bestaan:

leven - dood - levenloos 

Een organisme is een levend wezen. 

Maar, wanneer leeft iets?! 

Levenskenmerken

• voeden
• groeien
• ademen
• uitscheiden (afvalstoffen)
• reageren (prikkels waarnemen en op reageren)
• voortplanten

LessonUp

Er komen een paar vragen in de LessonUp

Voor we starten plaats je jezelf in de juiste klas (belangrijk voor de rest van het schooljaar) 

Wat is een organisme?

1. Een organisme is een levend wezen
2. Een organisme is een dood wezen
3. Een organisme is een dode plant
4. Een organisme is een dood dier

Is ademhalen een levenskenmerk?

1. Ja
2. Nee

Wat is GEEN levenskenmerk?

1. Ademhalen
2. Rennen
3. Groeien
4. Voortplanten

• Een soort zijn organismen die samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.

Nu

Lees de tekst op blz. 8 en 9

Maak de opdrachten 4 en 5

• Een soort zijn organismen die samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. Maak vraag 6 blz 10

Ordenen van organismen

• Ordening is het indelen van de miljarden organismen op aarde in verschillende groepen. 

• Ordenen gebeurt door te kijken naar overeenkomsten en verschillen tussen organismen

Hoe deel je organismen in?

Bij de indeling in groepen werd als eerste gekeken naar de cellen. De kleine bouwstenen van een organisme.

De vier hoofdverdelingen noemen we de vier rijken.

De vier Rijken

Bacteriën        Schimmels       Planten               Dieren

Groepen

De vier rijken worden vervolgens onderverdeeld in 8 groepen. 

(niet uit je hoofd leren)

Gewervelden

De groep gewervelden worden ook weer opgedeeld in 5 groepen.

(wel leren)

Hoeveel rijken van organismen zijn er?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 10

Organismen worden ingedeeld in de vier rijken: bacteriën, schimmels, planten en dieren

1. Ja
2. Nee

Uit hoeveel groepen bestaat het dierenrijk?

1. 6
2. 7
3. 4
4. 8

Noem 4 levenskenmerken

Waar wordt als eerste naar gekeken bij het indelen van de organisme in rijken?

Nu en is huiswerk

• Lees blz 8 t/m 12
• Maak opdracht  7,8, 9 en 11 in je werkboek

Vandaag

• Terugblik vorige les (herhalen)
• opdrachten maken
• Vervolg uitleg 1.1
• Zelfstandig afmaken 1.1

Welke 4 rijken zijn er? 

De vier Rijken

Bacteriën        Schimmels       Planten               Dieren

Waar werd naar gekeken bij de indeling van deze 4 rijken? 

Bij de indeling in de 4 rijken werd als eerste gekeken naar de cellen. De kleine bouwstenen van een organisme.

Groepen

Het dierenrijk wordt vervolgens onderverdeeld in 8 groepen. (niet uit je hoofd leren)

Gewervelden

De groep gewervelden worden ook weer opgedeeld in 5 groepen.

(wel leren)

Nu 

• Lees blz ......
• Maak opdracht 7, 8, 9 en 11 in je werkboek

Hoe zoek je de naam van een organisme op?

• Een kenmerk is iets waaraan je een organisme herkent.

• Door het kijken naar verschillende kenmerken kun je een organisme opzoeken met een zoekkaart, flora (voor planten) of determineertabel.

• Dit opzoeken noemen we ‘determineren’.

Blz 16 Determineren 

Bepalen van de soortnaam Hiervoor gebruik je een zoekkaart of determineertabel.
 

Waarom hebben organismen Latijnse namen?

• Organismen hebben Latijnse namen zodat dezelfde naam over de hele wereld kan worden gebruikt.
  

• De Latijnse naam is altijd een dubbele naam. 

• Het eerste deel is de geslachtsnaam (vergelijk het met jouw achternaam). Deze schrijf je met een hoofdletter.
• Het tweede deel is de soortaanduiding. Deze schrijf je met een kleine letter.

Opdracht determineren

Maak het uitgedeelde blad mbv zoekkaart

 eind van de les inleveren

Telt mee voor practicumcijfer ( eind van het jaar)

Nu en huiswerk

Lees de rest van paragraaf 1.1

Maak van paragraaf 1.1 opdracht 14, 15 en 16

Klaar? --> nakijken

Nakijken = Je eigen antwoorden controleren én verbeteren