M3_1.1_Organismen indelen

Hoofdstuk 1 - Organismen uit vier rijken
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 1 - Organismen uit vier rijken

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 1 - Organismen uit vier rijken
1.1 - Organismen indelen
1.2 - Plantenrijk
1.3 - Dierenrijk
1.4 - Schimmelrijk en bacterierijk
1.5 - Voedselkringloop
1.6 - Biotechniek

Slide 2 - Diapositive

 Organismen

Slide 3 - Diapositive

Doel van de les
  • Je kunt aangeven hoe je een levend wezen herkent
  • Je weet wat ordenen betekent
  • Je kunt organismen indelen in de vier Rijken
  • Je kunt dieren indelen in Afdelingen en Klassen
  • Je weet wat determineren is en hoe je dat doet
  • Je kunt uitleggen hoe Latijnse namen van organismen zijn opgebouwd

Slide 4 - Diapositive

Wat is een organisme?
Je hebt drie vormen van bestaan:
  • levend
  • dood (is ooit levend geweest)
  • levenloos (heeft nooit geleefd)

Kijk eens rond in de klas. Kun jij voor elke groep een voorbeeld bedenken?

Slide 5 - Diapositive

Wat is een organisme?
Een organisme is een levend wezen

Je kunt organismen herkennen aan de volgende kenmerken: (volgende slide)

Slide 6 - Diapositive

Levenskenmerken
  • ademen
  • voeden
  • uitscheiden (afvalstoffen)
  • groeien
  • reageren (prikkels waarnemen en op reageren)
  • voortplanten

Slide 7 - Diapositive

Wat is een organisme?
A
Een organisme is een levend wezen
B
Een organisme is een dood wezen
C
Een organisme is een dode plant
D
Een organisme is een dood dier

Slide 8 - Quiz

Is ademhalen een levenskenmerk?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Wat is GEEN levenskenmerk?
A
Ademhalen
B
Rennen
C
Groeien
D
Voortplanten

Slide 10 - Quiz

Hoe heet het afgebeelde levenskenmerk?
A
groeien
B
uitscheiden
C
bewegen
D
waarnemen

Slide 11 - Quiz

Indelen van organismen
Biologen hebben alle organismen ingedeeld in groepen

Dit proces heet ordening

Ordening vindt plaats op basis van kenmerken
(de verschillende eigenschappen van organismen)

Slide 12 - Diapositive

Indelen van de vier Rijken
Biologen hebben eerst gekeken naar celkenmerken
  • wel of geen celwand
  • wel of geen celkern
  • wel of geen bladgroenkorrels

Op basis hiervan zijn de vier Rijken ingedeeld
(schema volgende slide)

Slide 13 - Diapositive

Indelen van de vier Rijken







+ aanwezig / - niet aanwezig
bacteriën
schimmels
planten
dieren
celwand
+
+
+
-
celkern
-
+
+
+
bladgroen
-
-
+
-

Slide 14 - Diapositive

Indelen van de vier Rijken





   bacteriën             schimmels                    planten                        dieren

Slide 15 - Diapositive

Voorbeelden van de vier Rijken
  bacteriën        schimmels          planten             dieren

Slide 16 - Diapositive

Afdelingen
De vier Rijken worden onderverdeeld in 8 groepen: de Afdelingen 

Het is belangrijk dat je deze 8 afdelingen kent en de kenmerken kunt benoemen

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Gewervelden
De groep gewervelden worden ook weer opgedeeld in 5 groepen: de Klassen

Ook deze klassen moet je kennen inclusief de bijbehorende eigenschappen

Slide 19 - Diapositive

Wat betekent ordenen?
A
orde houden
B
opruimen
C
indelen in groepen
D
celkenmerken bekijken

Slide 20 - Quiz

In hoeveel groepen (Rijken) worden organismen ingedeeld?
A
3
B
4
C
5
D
10

Slide 21 - Quiz

Wat is GEEN Rijk?
A
bacteriën
B
schimmels
C
planten
D
mensen

Slide 22 - Quiz

In hoeveel groepen (Afdelingen) wordt het dierenrijk ingedeeld?
A
6
B
7
C
4
D
8

Slide 23 - Quiz

Determineren 
Bepalen van de soortnaam Hiervoor gebruik je een zoekkaart of determineertabel.
 

Slide 24 - Diapositive

Hoe noemen we het opzoeken van de naam van deze bloem?
A
determineren
B
zoekkaarten
C
beredeneren
D
verteren

Slide 25 - Quiz

Wat is "determineren"?
A
Het bepalen van de naam van een dier
B
De conclusie opschrijven
C
Het bepalen van de naam van een organisme
D
Het plukken van planten

Slide 26 - Quiz

Latijnse namen / dubbele naamgeving
  • Organismen hebben Latijnse namen, zodat onderzoekers over de hele wereld dezelfde namen kunnen gebruiken
  • De Latijnse naam is altijd een dubbele naam
  • Het eerste deel is de Geslachtsnaam
  • Het tweede deel is de soortaanduiding



Slide 27 - Diapositive

De opbouw van Latijnse namen
Voorbeelden van Latijnse namen
  • Mens: Home sapiens
  • Leeuw: Panthera leo
  • Brandnetel: Urtica diocia
  • Bakkersgist: Sacheromyces cerevisiae

Slide 28 - Diapositive

Welk deel van de naam is de geslachtsnaam bij de Panthera tigris (de tijger)?
A
Panthera
B
tigris
C
Panthera tigris

Slide 29 - Quiz

Wat klopt hier niet?
homo sapiens
A
De soortnaam moet met een hoofdletter
B
De geslachtsnaam moet met een hoofdletter

Slide 30 - Quiz

De ordening van Linneaus
  • Afdeling
  • Klasse
  • Orde
  • Familie
  • Geslacht
  • Soort
  • Ezelsbruggetje: AK OF GS

Slide 31 - Diapositive

Het begrip "Soort"
Definitie:
  • Organismen behoren tot één soort als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen

Slide 32 - Diapositive

Het begrip "Soort"
Definitie:
  • Organismen behoren tot één soort als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen

Slide 33 - Diapositive

Eén soort, vele rassen

Slide 34 - Diapositive

Twee verschillende soorten

Slide 35 - Diapositive

Twee verschillende soorten II

Slide 36 - Diapositive

Werken aan de weektaak
  1. Start met de weektaak, liefst in je werkboek
  2. Check in itslearning of er extra opdrachten of verdiepingsopdrachten zijn en maak deze
  3. Neem uit de begrippenlijst alle dikgedrukte woorden uit de tekst over en noteer deze onder elkaar in je schrift

Slide 37 - Diapositive