Trede 2 - Leerdoel 3

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Aujourd'hui

Herhaling:

- lidwoorden

- être

- bijvoeglijk naamwoord

Kleuren

Mensen beschrijven

Lidwoorden

___ soeur

1. le
2. la
3. l'
4. les

___ agenda

1. le
2. la
3. l'
4. les

____ frères

1. le
2. la
3. l'
4. les

___ copine
(een vriendin)

1. un
2. une
3. des

Bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud
meervoud

Bijvoeglijk naamwoord

	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	-
meervoud

Bijvoeglijk naamwoord

	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	-	e
meervoud

Bijvoeglijk naamwoord

	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	-	e
meervoud	s

Bijvoeglijk naamwoord

	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	-	e
meervoud	s	es

Bijvoeglijk naamwoord

-f wordt -ve
Vormen die van zichzelf eindigen op -f, eindigen op -ve in de vrouwelijke vorm:

Bijvoeglijk naamwoord

-f wordt -ve

Vormen die van zichzelf eindigen op -f, eindigen op -ve in de vrouwelijke vorm

                           mannelijk    vrouwelijk

enkelvoud     sportif          sportive
meervoud     sportifs        sportives

Bijvoeglijk naamwoord

-x wordt -se
Vormen die van zichzelf eindigen op -x, eindigen op -se in de vrouwelijke vorm. De mannelijke meervoudsvorm krijgt er geen extra -s bij (de klank 'x' eindigt namelijk al op een -s):

Bijvoeglijk naamwoord

-x wordt -se
Vormen die van zichzelf eindigen op -x, eindigen op -se in de vrouwelijke vorm. De mannelijke meervoudsvorm krijgt er geen extra -s bij (de klank 'x' eindigt namelijk al op een -s):
                           mannelijk     vrouwelijk
enkelvoud     amoureux     amoureuse
meervoud     amoureux     amoureuses

Bijvoeglijk naamwoord

                                m ev            v ev                m mv              v mv
mooi                     beau            belle              beaux            belles
dik                         gros             grosse           gros               grosses
aardig/lief         gentil           gentille         gentils          gentilles
oud                      vieux             vieille             vieux             vieilles
sportief              sportif         sportive        sportifs        sportives
beste/duur       cher              chère             chers             chères
goed/lekker     bon                bonne           bons               bonnes
nieuw                  nouveau     nouvelle       nouveaux     nouvelles

Selena est (sportif)

1. sportif
2. sportive
3. sportifs
4. sportives

la pizza est (bon)

1. bon
2. bonne
3. bons
4. bonnes

Iyan et Jorrick sont (grand)

Luci et Anne sont (intelligent)

Chaïra est (heureux)

Les couleurs