Les 15-12-2020, rekentrainers 3.4 en 3.6

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Planning voor de les:

4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.

5 minuten: voorkennis testen

1 minuut: leerdoelen en huiswerk

20 minuten: uitleg 

30 minuten: aan het werk!

Het lidmaatschap van de voetbal kost € 10,- per maand. Hoeveel kost de voetbal per dag?

Uitleg

- altijd eerst omrekenen naar jaar.

Dus € 10,- x 12 maanden = € 120,-

Dan € 120,- delen door 365 dagen = € 0,33 per dag

Bekijk de onderstaande tabel met bedragen voor de bijstandsuitkering. De hoogte van die uitkering is een percentage van het minimumloon. Meneer Van Zwetten woont met zijn zoon van 16 in een huurhuis in Tilburg. Hij vraagt bij de gemeente een bijstandsuitkering aan.
Het minimumloon is € 1.551,60 per maand.

Bereken het bedrag aan bijstandsuitkering dat
meneer van Zwetten per jaar van de gemeente ontvangt.

Uitleg

€ 1.551,60 ÷ 100 × 70 = € 1.086,12 × 12 maanden = € 13.033,44

Uitgaven zijn te verdelen in de volgende groepen: persoonlijke uitgaven, huishoudelijke uitgaven, vaste lasten en incidentele uitgaven.
Tot welke groep behoort de reparatie van een computer?

1. Persoonlijke uitgaven
2. Huishoudelijke uitgaven
3. Vaste lasten
4. Incidentele uitgaven

Leerdoelen:

- Je kan de vervangingsprijs berekenen.

- Je kan de maandelijkse reservering berekenen.

- Je kan kilometerprijzen berekenen.

HUISWERK: Rekentrainers van paragraaf 3.4 en 3.6

Berekening reserveren

Reservering per maand = (toekomstige aanschafwaarde - restwaarde) : aantal maanden

Je oude scooter gaat naar verwachting nog 3 jaar mee. Je kunt deze over 3 jaar nog voor €250 inruilen. De nieuwe scooter die je gaat kopen gaat €2500 kosten.

Hoeveel moet je per maand sparen om de nieuwe scooter te kopen?

Uitwerking

Reservering per maand = (toekomstige aanschafwaarde - restwaarde) : aantal maanden

(2500 - 250) / 36 maanden = €62,50

Hoe hoger de restwaarde,
hoe ........... je moet reserveren.

1. meer
2. minder

Welke berekening voor de vervangingswaarde is juist?

1. Aanschafwaarde - Restwaarde : aantal maanden
2. Restwaarde - Aanschafwaarde : aantal maanden
3. Aanschafwaarde : Restwaarde x aantal maanden
4. Restwaarde : Aanschafwaarde x aantal maanden.

Een getal berekenen met procenten

Op een school werken 85 leraren. Daarvan is 51% ouder dan 50 jaar. Reken uit hoeveel leraren boven de 50 zijn. 

51% van 85 = 85 / 100 x 51% = 43,35 leraren = 43 leraren

Hoeveel is 18% van € 250?

33 - Domein: verhoudingen
'Rekenen met procenten’ kent geen specifieke verschillen ten opzichte van 2F. Wel zorg je ervoor dat er in het geval van  een geldbedrag altijd een mooi rond getal uitkomt.

Uitwerking

€250 / 100 x 18% = €45,00

Fred krijgt 20% korting op alles. 

Hoeveel euro moet hij betalen?

43 - Domein: verhoudingen (antwoorddia)
Rekenen met procenten kent geen specifieke verschillen ten opzichte van 2F.

Uitwerking

Alles bijelkaar is € 1,50 + € 2 + € 3 = € 6,50.

 

6,50 / 100 x 20% = € 1,30 korting.

Hij betaalt dus € 6,50 - € 1,30 = € 5,20

84% van de 125 leerlingen heeft de wiskundetoets gehaald.
Hoeveel leerlingen hebben de toets gehaald?

21 - Domein: verhoudingen
‘Rekenen met procenten’ kent geen verschillen ten opzichte van 2F.

Uitwerking

125 leerlingen / 100 x 85% = 105

Met 1 liter benzine rijd je 20 kilometer. Eén liter benzine kost €1,60. Hoeveel bedraagt de benzinekosten per kilometer?

Uitwerking

€1,60 / 20 kilometer = €0,08 per kilometer

Je rijdt 240 kilometer per maand op je scooter. Hoeveel zijn de benzinekosten per maand?

Uitwerking

€0,08 x 240 kilometer = €19,20

Aan de slag!

Wat? Rekentrainers 3.4 en 3.6

Hoe? In de online leeromgeving

Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.

Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn

Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.

Klaar? Ga verder met een ander vak of ga leren voor de economie toets.