Oefenen hoofdstuk 3

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Oefenen hoofdstuk 3

Geld over en geld te kort

Paragraaf 1

Bronnen van inkomen

Inkomen bestaat uit inkomsten uit arbeid en inkomsten uit bezit. Wat zijn twee inkomsten uit arbeid?

1. Vakantietoeslag
2. Pacht
3. Prestatieloon
4. Dividend

Inkomsten bestaat uit inkomsten uit arbeid en inkomsten uit bezit. Wat zijn twee inkomsten uit bezit?

1. Huur
2. Rente
3. Prestatieloon
4. Loon in natura

Waardoor ontstaat er verschil in loon?

Wat is het modaal inkomen?

Hoeveel...

1 jaar = 12 maanden

1 jaar = 4 kwartalen

1 jaar = 52 weken

1 jaar = 365 dagen

1 kwartaal = 3 maanden

1 maand = .. weken?

Je krijgt € 975 per maand. Hoeveel is dat per week?

Paragraaf 2

Inkomens zonder tegenprestatie

Overdrachtsinkomens zijn tegemoetkomingen, toeslagen en uitkeringen waar geen tegenprestatie tegenover staat. Welke tegemoetkomingen zijn er om de kosten voor ouders van kinderen wat te dekken?

Zorgtoeslag en huurtoeslag is niet voor iedereen. De hoogte hiervan is afhankelijk van..

Wat is het sociaal minimum?

Als jouw inkomen niet hoog genoeg is heb jij recht op een bijstandsuitkering. Maar je hebt dan wel een plicht, welke plicht is dit?

Paragraaf 3

Budgetteren

Wat is budgetteren?

Je hebt een bepaald budget. Welke uitgaven kun je daarmee doen?

Als je een budget hebt van € 270 en jouw uitgaven zijn € 280, heb je dan een tekort of overschot?

Noem twee voorbeelden van dagelijkse uitgaven.

Paragraaf 4

Reserveren

Wat is een ander woord voor sparen? Geef ook de uitleg van de betekenis van het woord.

Hoeveel je moet reserveren hangt af van de gebruiksduur, de restwaarde en de vervangingsprijs. Wat is de restwaarde en de vervangingsprijs?

Je wilt iets kopen van € 800. Je hebt al € 200 gespaard en de restwaarde is € 50. Je wilt een jaar lang elke maand sparen. Hoeveel moet je per maand sparen?

Paragraaf 5

Geld te kort

Een financieringsprobleem kun je oplossen door..

Je kunt voor advies bij financieringsproblemen terecht bij..

Waarom kun je soms beter niet geld lenen om financieringsproblemen op te vangen?

Paragraaf 6

Kosten van vervoer

Het bezit van een voertuig zorgt voor twee soorten kosten. Welke kosten zijn dit?

Noem drie vaste kosten van een voertuig.

Wat is motorrijtuigenbelasting?

Noem twee gebruikskosten van een voertuig.

Om kosten van verschillende auto's goed te vergelijken, is het nodig om de kosten per kilometer te berekenen. Hoe bereken je dit?

De kosten van je vervoermiddel zijn gemiddeld € 16 per maand. Per jaar rijd je er 1.200 km mee. Wat zijn de kosten per kilometer?