2 Helpen, waarom?

Helpen, waarom?
Paragraaf 2.3
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Helpen, waarom?
Paragraaf 2.3

Slide 1 - Diapositive

Programma
- Doelen
- Voorkennis activeren
- Opdrachten
- Theorie dmv lezen + filmpjes kijken
- Opdrachten uit het boek maken
- Schrijfopdracht (SO-cijfer)
- Doelen check
- Dilemma Dinsdag
- Afsluiter
- Prijsvraag.....


Slide 2 - Diapositive

Doelen
Aan het einde van deze les kun je..
1..aan de hand van de theorie beargumenteren welk motief jij hebt om anderen te helpen
2..een eigen mening vormen over of helpen onbaatzuchtig is of juist uit eigen belang gebeurt.
3..van drie verschillende levensbeschouwingen benoemen hoe helpen tot uiting komt bij hen.

Slide 3 - Diapositive

Wat heb je tot nu toe allemaal geleerd over helpen in de afgelopen weken?

Slide 4 - Carte mentale

Opdracht
Stel je voor, jou overkomt de volgende dingen, wat zou jij doen? 

Slide 5 - Diapositive

Als er een vliegtuig neerstort waar jij in zit.

Slide 6 - Question ouverte

Als er bij mist of gladheid een grote kettingbotsing is.

Slide 7 - Question ouverte

Als er brand uitbreekt in een flatgebouw door kortsluiting.

Slide 8 - Question ouverte

Als iemand in slaap valt, terwijl er kaarsen branden in de slaapkamer.

Slide 9 - Question ouverte

Als een automobilist tegen een boom rijdt omdat hij teveel ballonnen (lachgas) heeft gedaan.

Slide 10 - Question ouverte

Als een poesje plotseling de weg op rent.

Slide 11 - Question ouverte

Als een spelend kind plotseling de weg op rent, terwijl jij erbij staat.

Slide 12 - Question ouverte

Als je de metro mist en je te laat op school komt.

Slide 13 - Question ouverte

Als je een kopje met hete ne3ne3 (munt) thee uit je handen laat vallen en de thee komt op je benen.

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo

Opdracht
We doen de situaties opnieuw. Maar nu is er Superman/ Superwoman er!! Wat zou jij nu doen? 

Slide 17 - Diapositive

Als er een vliegtuig neerstort waar jij in zit.

Slide 18 - Question ouverte

Als er bij mist of gladheid een grote kettingbotsing is.

Slide 19 - Question ouverte

Als er brand uitbreekt in een flatgebouw door kortsluiting.

Slide 20 - Question ouverte

Als iemand in slaap valt, terwijl er kaarsen branden in de slaapkamer.

Slide 21 - Question ouverte

Als een automobilist tegen een boom rijdt omdat hij teveel ballonnen (lachgas) heeft gedaan.

Slide 22 - Question ouverte

Als een poesje plotseling de weg op rent.

Slide 23 - Question ouverte

Als een spelend kind plotseling de weg op rent, terwijl jij erbij staat.

Slide 24 - Question ouverte

Als je de metro mist en je te laat op school komt.

Slide 25 - Question ouverte

Als je een kopje met hete ne3ne3 (munt) thee uit je handen laat vallen en de thee komt op je benen.

Slide 26 - Question ouverte

Lees blz 46 helemaal

Slide 27 - Diapositive

Leidt het bestaan van Superman op den duur tot gemakzucht? Let op, zoek de definitie van het begrip gemakzucht eerst op, schrijf dit in je begrippenlijst, en beantwoord dan de vraag.

Slide 28 - Question ouverte

Sommige mensen nemen het god kwalijk dat hij niet ingrijpt bij dreigende rampen. Wat zou je het effect zijn denk je als God dat wel deed? Verklaar jouw antwoord.

Slide 29 - Question ouverte

Lees blz. 47 en 48
Helpen, waarom eigenlijk?

Slide 30 - Diapositive

Sociaal motief om te helpen = helpen omdat het goed nodig is en omdat het goed is voor de maatschappij.

Noem nog een voorbeeld van een sociaal motief.

Slide 31 - Question ouverte

Waarom helpen?
Sociaal motief: je wilt mensen niet zien lijden, het is nodig om mensen te helpen.

Religieus motief: je helpt anderen omdat het in je geloof zo hoort

Slide 32 - Diapositive

Als jij anderen helpt is dat dan vanuit een sociaal of religieuze motief? Beargumenteer jouw antwoord.

Slide 33 - Question ouverte

Lees blz 49, 50, 51 en 52.

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Christendom
  • Diaken: helpen van mensen die hulp nodig hebben.  
  • Bijvoorbeeld: Verslaafden, arme mensen, eenzame mensen  
  • Wereldwijd, dus niet alleen in Nederland.  
  • ‘Het geld dat hierbij wordt ingezameld gaat naar de diaconie’ 
  • Zoals World Servants.  

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo

Islam
1/40 deel van hun winst (dit is 2,5%) van hun bezit aan iemand anders  dit word de zakât genoemd.  

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Vidéo

Hindoeïsme
  • Sewa = iets doen voor anderen zonder iets terug te verwachten. 
  • Daan = Financiële gift.  
  • Wet van oorzaak en gevolg = gaat er iets mis, dan heb je in het vorige leven iets verkeerd gedaan en moet je daarvoor boeten 
  • Karma houdt goed en slecht in balans.  

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Niet gelovigen
Goede doelen steunen.  

Slide 42 - Diapositive

Welk voorbeeld van helpen uit een andere levensbeschouwing dan jouw eigen, vind je ook bij jezelf passen? Licht jouw antwoord toe.

Slide 43 - Question ouverte

Typ hieronder jouw samenvatting van paragraaf 3. Let op; deze moet zo volledig mogelijk zijn (inclusief bronnen)

Slide 44 - Question ouverte

Schrijf een betoog van minimaal 25 zinnen over het onderwerp helpen. De vraag die centraal staat in jouw betoog is: Is helpen een vorm van onbaatzuchtigheid of helpt men uit eigenbelang? In jouw betoog moet duidelijk zijn dat jij de definitie van het begrip onbaatzuchtig kent en weet toe te passen. Let op. Dit is voor een cijfer en moet voor 7-5-2020 17:00 uur af zijn. Je betoog schrijf je gewoon op deze slide in LessonUp.

Slide 45 - Question ouverte

Doelen behaald?
Heb jij de aan het begin gestelde doelen van deze les behaald? Laten we kijken! Beantwoord de volgende slides zonder terug te kijken. 

Slide 46 - Diapositive

Geef aan de hand van de theorie aan wat jou motief is om anderen te helpen.

Slide 47 - Question ouverte

Noem voorbeelden van hulp uit ten minste drie verschillende levensbeschouwingen.

Slide 48 - Question ouverte

Slide 49 - Diapositive

Voor welk dilemma zou jij kiezen? Beargumenteer jouw keuze zo goed mogelijk!

Slide 50 - Question ouverte

Dit is het einde van de lessen van deze week. Ik wens jullie een hele fijne vakantie toe. Zorg ervoor dat je al je LessonUps van de afgelopen tijd afmaakt. Zijn er dingen die je graag kwijt wilt, of dingen je nog niet snapt of waar je nog uitleg over wilt hebben? Ps Ik mis jullie!

Slide 51 - Question ouverte


Slide 52 - Question ouverte