2HV - Verbranding en ademhaling - bs 3 + 4

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

2HV

Thema 1.

Verbranding en ademhaling

Sleep de namen naar het juiste onderdeel van het ademhalingsstelsel

Luchtpijp

Bronchiën

Luchtpijptakjes

Longblaasje

Sleep de namen naar het juiste onderdeel van het ademhalingsstelsel

Luchtpijp

Bronchiën

Luchtpijptakjes

Longblaasje

Basisstof 3

glucose + zuurstof --> 

koolstofdioxide + water + energie

Ademhalingsstelsel

• Voor de verbranding is zuurstof nodig
• Om zuurstof in onze cellen te krijgen hebben we het ademhalingsstelsel nodig
• mond of neus -> keelholte -> strottenhoofd -> luchtpijp -> bronchiën -> luchtpijptakjes -> longblaasjes
• Middenrif verdeelt de romp in borstholte en buikholte

neusholte

luchtpijp

long

middenrif

huig

slokdarm

longblaasje

Onderdelen ademhalingsstelsel

Sleep de namen naar het juiste onderdeel van het ademhalingsstelsel

Luchtpijp

Bronchiën

Luchtpijptakjes

Longblaasje

Neusholte en mondholte

Ademhaling door de neus

• Neusslijmvlies -> vochtig + plakkerig
• Bloedvaatjes -> verwarmt
• Trilharen -> verplaatsen slijm naar keelholte
• Reukzintuig -> lucht keuren

Keelholte

• Zowel lucht als voedsel gaat door je keelholte
• Strotklepje -> afsluiting luchtpijp tijdens eten
• Huig -> afsluiting neusholte tijdens eten

Luchtpijp

• Holle buis
• Hoefijzervormige kraakbeenringen

- Wel in luchtpijp en bronchiën

- Niet in luchtpijptakjes

• Bekleed met slijmvlies
• Trilharen vervoeren slijm naar 

        keelholte

Longblaasjes

• Bevinden zich als trosjes aan het eind van de luchtpijptakjes
• Gezamenlijk oppervlak van 70 - 100 m²
• Longblaasjes worden omgeven door longhaarvaten
• De wanden zijn erg dun -> zuurstof en koolstofdioxide kunnen er makkelijk doorheen

Basisstof 4

Gaswisseling

• De opname en afgifte van zuurstof en koolstofdioxide via de longblaasjes noem je de gaswisseling
• Door de dunne wanden en het grote oppervlak van de longblaasjes kan de gaswisseling snel plaatsvinden
• Bloed naar longblaasjes toe --> weinig O2 en veel CO2 
• Bloed van longblaasjes weg --> veel O2 en weinig CO2 

Ademhalingsspieren

• Het middenrif
• De buikspieren
• De tussenribspieren 
• De spieren bij het sleutelbeen (bij diep ademhalen)

Borstademhaling

• Bij gewone, rustige ademhaling 
• Bij de borstademhaling bewegen de ribben en het borstbeen. 
• Bij een inademing aanspannen de tussenribspieren 
• Ribben en je borstbeen bewegen omhoog 
• Borstholte wordt groter
• Je longen worden uitgerekt. 
• Lucht wordt naar binnen gezogen: je ademt in

Buikademhaling

• Bij de buikademhaling (middenrifademhaling) bewegen het middenrif en de buikwand. 
• Je middenrif trekt samen, waardoor het omlaag beweegt
• Daardoor wordt je borstholte groter en je buikholte kleiner.
• Longen worden uitgerekt --> lucht stroomt naar binnen: je ademt in.
  

• Buikholte wordt kleiner --> organen worden weggedrukt