signaalwoorden en tekstverbanden

signaalwoorden en tekstverbanden
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

signaalwoorden en tekstverbanden

Slide 1 - Diapositive

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
uitspraak-opsomming
uitspraak-tegenstelling
uitspraak-voorbeeld
echter
denk aan
verder
onder andere
daarnaast
hoewel

Slide 2 - Question de remorquage

Signaalwoord: toen

Tekstverband
A
opsommend
B
tijdsvolgorde
C
tegenstelling

Slide 3 - Quiz

Welk tekstverband hoort bij het chronologisch (tijd) tekstverband?
A
terwijl
B
daarnaast
C
toch
D
mits

Slide 4 - Quiz

Tekstverband = uitleggend
Tekstverband = opsommend
Tekstverband = tegenstellend
 
   ook

  bijvoorbeeld

    zo

    maar

Slide 5 - Question de remorquage

Wat zijn tekstverbanden?
A
Een verbandje om een tekst
B
Een stukje tekst
C
Twee stukjes tekst
D
Verschillende stukjes tekst die iets met elkaar te maken hebben

Slide 6 - Quiz

Wat is het tekstverband in deze tekst?

Slide 7 - Question ouverte


 Welk signaalwoord dat wijst o
 het tekstverband oorzaak-gevolg 
 staat in zowel zin 4 als 7?

Slide 8 - Question ouverte

Welk signaalwoord past er bij het volgende tekstverband?
Tekstverband: OPSOMMING
A
nog
B
alles bij elkaar
C
al met al
D
zoals

Slide 9 - Quiz

Welk signaalwoord past er bij het volgende tekstverband?
Tekstverband: TEGENSTELLING
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor

Slide 10 - Quiz

Sleep de signaalwoorden naar de bijpassende tekstverbanden. 
opsomming
voorbeeld
tegenstelling
conclusie
onder andere
bovendien
kortom

daarom 
zo
dus
toch
ten eerste
echter 

Slide 11 - Question de remorquage

Opsommend tekstverband
Tijdsvolgorde
Tegenstellend
Uitleggend
bovendien
ten slotte
voordat
terwijl
echter
daarentegen
met andere woorden
zoals

Slide 12 - Question de remorquage


Zoek het tekstverband:
Hij houdt van pannenkoeken, maar niet van pizza.
A
tijdsvolgorde
B
tegenstelling
C
oorzaak- gevolg

Slide 13 - Quiz

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
opsomming
tegenstelling
reden
echter
want
verder
daarom
daarnaast
toch

Slide 14 - Question de remorquage