1.3 Functies van gedrag 4H 2122

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Paragraaf 1 Dierenwelzijn

1.3 Functies van gedrag

Enkele begrippen 1.2

respons, sleutelprikkel, supernormale prikkel, motivatie, drempelwaarde, aangeboren, aangeleerd

Doel 1.3

Je leert de functies van gedrag

Je leert twee vormen van leergedrag

Gedrag - functie

0

0

0

Conflict gedrag

Komt voor als twee gedragssystemen in conflict komen.

Dit gebeurt wanneer tegenstrijdige prikkels tegelijk tegenstrijdige gedragssystemen oproepen.

Gaat om een INTERN conflict.

Conflict gedrag

Drie vormen:

Ambivalent gedrag

Omgericht gedrag

Overspronggedrag

Ambivalent gedrag

Het dier vertoont afwisselend gedragselementen uit beide gedragssystemen.

Omgericht gedrag

Het gedrag wordt gericht op een ander doel/ object

Overspronggedrag

Ongepast gedrag voor de situatie.

Leren

klassieke conditionering - passief leren

Pavlov - 1849-1936

Klassieke conditionering - verband tussen twee verschillende prikkels

Operante conditionering - actief leren

Skinner - 1904-1990

Trial-and-error

Operante conditionering - leren door belonen en straffen

Doel 1.3

Je hebt de functies van gedrag geleerd

Je hebt twee vormen van leergedrag geleerd

Begrippen 1.3

tegengestelde gedragssystemen, vluchtgedrag, aanvalsgedrag, conflictgedrag, ambivalent gedrag, omgericht gedrag, overspronggedrag, overlevingskans, voortplanten, leergedrag, klassieke conditionering, passief leren, operante conditionering, actief leren

Huiswerk

In de online methode.

Kies een leerweg (default B).

Maak de opdrachten

van 1.3 (3 t/m 4 en 6 t/m 10)

Maak een samenvatting van de paragraaf.

Aandacht voor de begrippen.