herhaling Unité 1

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Bonjour!

Bonjour & bienvenue!

Wat gaan we doen vandaag?

Unité 1 herhalen!!

Welke lidwoorden kennen we in het Nederlands ?????

Het lidwoord

Het lidwoord in het Frans is afhankelijk van de vorm van het zelfstandig naamwoord (mannelijk/vrouwelijk).

Bepaald lidwoord - de / het 

• le / l'  ➡︎ mannelijk enkelvoud
• la / l'  ➡︎ vrouwelijk enkelvoud
• les     ➡︎ (mannelijk/vrouwelijk) meervoud

Het lidwoord

Onbepaald lidwoord - een

• un     ➡︎ mannelijk enkelvoud
• une   ➡︎ vrouwelijk enkelvoud
• des    ➡︎ (mannelijk/vrouwelijk) meervoud

Let op! 

'Des' kun je niet naar het Nederlands vertalen, omdat het onbepaald lidwoord in het Nederlands niet in de meervoudsvorm bestaat!

Voorbeelden klinker/stomme h

  L'école                 De school

                       L'âge                De leeftijd                

                 L'adresse       Het adres            

                    L'ami               De vriend               

Vertaal naar het Frans :
Het meisje

1. Une Fille
2. Le fille
3. La fille
4. Une fille

Vertaal naar het Frans :
De jongen

1. Un garcon
2. Le garcon
3. Une garcon
4. La garcon

Vertaal naar het Frans:
Een adres

1. L'adresse
2. La adresse
3. Une adresse
4. Un adresse

Vertaal naar het Frans :
Het hotel

1. La hôtel
2. Un hôtel
3. Le hôtel
4. L'hôtel

Vertaal naar het Frans:
De zwembaden

1. Les piscines
2. Des piscines
3. La piscines
4. Le piscines

Vertaal naar het Frans:
Een naam

1. La nom
2. Le nom
3. Un nom
4. Une nom

il / elle / ils / elles

mannelijke woorden kun je vervangen door il

vrouwelijke woorden kun je vervangen door elle

mannelijke meervoud woorden kun je vervangen door ils

vrouwelijke meervoud woorden kun je vervangen door elles

exemples

le bureau est dans la classe          -- > il est dans la classe

la porte est dans le couloir            -- > elle est dans le couloir

les collèges sont à Hoorn              -- > ils sont à Hoorn

les rues sont dans le quartier      -- > elles sont dans le quartier

vervang het zelfstandig naamwoord:
le collège s'appelle Copernicus

1. elle s'appelle Copernicus
2. il s'appelle Copernicus
3. je m'appelle Copernicus
4. tu t'appelles Copernicus

vervang het zelfstandig naamwoord:
La soeur de Paul est sympa

1. elle est sympa
2. elles sont sympa
3. il est sympa
4. ils sont sympa

Schrijf alle vormen van être op die je nog weet!

etre

=

 zijn

Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

tu

je/j'

es

sont

est

êtes

sommes

suis

être
nous

1. avons
2. sommes
3. êtons
4. être

Elles (être)

1. suis
2. être
3. sont
4. est

tu ......

1. es
2. suis
3. sommes
4. est

Vous ... (être)

1. suis
2. sommes
3. êtes
4. sont

Je _____ (être)

Merci et au revoir!😃🙋🏼‍♀️