Herhalingsles parlementaire democratie Quizzzz

Parlementaire democratie quiz
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Parlementaire democratie quiz

Slide 1 - Diapositive

1:Uit welke twee onderdelen bestaat het kabinet?
A
Ministers+de koning
B
Ministers+ staatssecretarissen
C
Staatssecretarissen +koning
D
Ministers+ ambtenaren

Slide 2 - Quiz

2:Welke partijen zitten er op dit moment in het kabinet?
A
PVDA+VVD+D66
B
VVD+CDA+D66+ Groenlinks
C
Groenlinks+D66+PVDA
D
VVD+CDA+CU+D66

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Lien

3:Waarom is het opmerkelijk dat Van Rijn benoemd is als minister?
A
Omdat hij eerder minister is geweest
B
Hij heeft eerder fouten gemaakt
C
Hij is geen lid van een coalitiepartij
D
Het is niet zijn vakgebied

Slide 5 - Quiz

4:Uit welke twee onderdelen bestaat de regering?
A
Ministers+ staatssecretarissen
B
Minister president+ Koning
C
Ministers+Koning
D
Minister+ambtenaren

Slide 6 - Quiz

5: De volgende partijen zijn allemaal oppositiepartijen
A
VVD+CDA+CU
B
Denk+SGP+CU
C
D66+Groenlinks+PVDA
D
PVDD+Forum+50 plus

Slide 7 - Quiz

6: Waaruit uit bestaat de Staten-Generaal?
A
Tweede Kamer+ Eerste Kamer
B
Tweede Kamer
C
Eerste Kamer
D
Koning+Ministers

Slide 8 - Quiz

7: Welk recht heeft de Eerste Kamer niet?
A
Motie
B
Parlementaire enquête
C
Stemrecht
D
Recht van initiatief

Slide 9 - Quiz

8: Wat betekent het recht van amendement?
A
De rijksbegroting goed of afkeuren
B
Verzoek aan de minister om iets te doen
C
Een wijzigingsvoorstel op een wetsvoorstel
D
Recht om vragen te stellen

Slide 10 - Quiz

9: Een kenmerk van de sociaal-democratische stroming is..
A
Persoonlijke vrijheid
B
Zo min mogelijk overheidsbemoeienis
C
Bescherming van de zwakkeren
D
Zorgzame samenleving.

Slide 11 - Quiz

10: Met rentmeesterschap wordt bedoeld
A
Geen rente vragen over producten
B
Goed zorgen voor de aarde die in bruikleen is
C
Wel rente vragen over producten
D
Goed zorgen voor je naasten

Slide 12 - Quiz

11: Wat betekent het woord constitutionele in het begrip constitutionele monarchie?
A
De koning heeft absolute macht
B
De koning heeft geen macht
C
Een land met een monarchie
D
Macht koning vastgelegd in grondwet

Slide 13 - Quiz

12: Bij verkiezingen mag je stem uit brengen voor de samenstelling van
A
Kabinet
B
Tweede Kamer
C
Regering
D
Burgemeester

Slide 14 - Quiz

17: De Provinciale Statenleden kiezen de leden voor de Eerste Kamer dit noem je:
A
Directe verkiezingen
B
Benoeming
C
Fraude
D
Getrapte verkiezingen

Slide 15 - Quiz

19: Een demissionair kabinet
A
moet nog benoemd worden
B
is benoemd voor vier jaar
C
is er voor een kabinetscrisis
D
handelend alleen lopende zaken af

Slide 16 - Quiz

20: Het parlement heeft......... leden
A
150
B
75
C
225
D
250

Slide 17 - Quiz

21 Het kabinet wordt gecontroleerd door:
A
De regering
B
Ministers
C
Het parlement
D
Europees Parlement

Slide 18 - Quiz

22: Op Prinsjesdag wordt .............voorgelezen en de ............gepresenteerd
A
rede, miljardennota
B
planning en kosten
C
begroting, plannen
D
troonrede, miljoenennota

Slide 19 - Quiz

23: Thierry Baudet maakt deel uit van
A
Eerste Kamer
B
Kabinet
C
Tweede Kamer
D
Regering

Slide 20 - Quiz

25: Geert Wilders maakt deel uit van:
A
Coalitie
B
Kabinet
C
Oppositie
D
Eerste Kamer

Slide 21 - Quiz

Hoeveel vragen had je goed? Wat vond je van deze les?

Slide 22 - Question ouverte